Buitenland

Hulp aan blinde kinderen in Cambodja

Cambodja telt 2,8 miljoen mensen die oogzorg nodig hebben – op een bevolking van 14 miljoen. Onder hen zijn tienduizenden kinderen. Tussen aanbod en behoefte gaapt een enorme kloof, want jaarlijks krijgen slechts 175.000 mensen de zorg die ze nodig hebben. Daarmee is Cambodja een van de ontwikkelingslanden met de meeste oogproblemen.

Leo Enthoven
31 August 2012 08:14Gewijzigd op 14 November 2020 22:55
Ongelukken of geweldplegingen met zoutzuur leiden meestal tot ernstig oogletsel. Foto David de Wit
Ongelukken of geweldplegingen met zoutzuur leiden meestal tot ernstig oogletsel. Foto David de Wit

Die problemen zijn soms aangeboren. Huwelijken tussen neven en nichten vinden plaats omdat ouders en grootouders vreemden als onbetrouwbare indringers beschouwen. Slecht en eenzijdig eten speelt ook een rol, want dat leidt tot gebrek aan vitamine A. Ook gebrekkige hygiëne, infecties en kinderziektes, met mazelen als grootste boosdoener, kunnen bij jonge kinderen het gezichtsvermogen aantasten. Staar en beschadigingen aan de oogzenuwen zijn andere oorzaken van blindheid en slechtziendheid, in sommige gevallen vanaf de geboorte.

Scherpe voorwerpen veroorzaken oogbeschadigingen met dikwijls desastreuze gevolgen. Zo vormen in de oogsttijd de puntige halmen van rijstplanten een gemene bedreiging voor mensenogen. In grote delen van het land liggen miljoenen landmijnen te wachten op slachtoffers. Het zijn overblijfselen van tientallen jaren burgeroorlog en van het schrikbewind van de Rode Khmer. Slachtoffers maken ze dagelijks. Ook onder kinderen. Met de dood, ernstige verminkingen of zwaar beschadigde ogen als tragische uitkomsten.

Soms worden zuren, zoals accuzuur, gebruikt om onderlinge twisten of echtelijke ruzies te beslechten, om wraak te nemen of iemand te beroven. Ogen vormen dan altijd het mikpunt.

Stigma

Voor blinde en slechtziende kinderen werkt hun handicap dikwijls als een stigma. Ouders verbergen zulke kinderen voor de omgeving. Neang Phalla, directeur blindenonderwijs binnen de organisatie Krousar Thmey (KT), Khmer voor Nieuw Thuis, vertelt over een rijk echtpaar dat twee mensen in dienst had om hun blinde zoontje permanent te verzorgen. Op zijn achtste kon de jongen niets zelfstandig: niet eten, drinken, spelen, douchen, naar de wc. Verveling was zijn dagelijkse bezigheid. Na lang soebatten stemden de ouders erin toe dat hun zoon naar een van de KT-scholen ging. Daar is hem alles met veel geduld bijgebracht. Nu woont hij zelfstandig en heeft hij een baan als corrector van brailleboeken in het Khmer.

Chholay Heang –in het Khmer komt eerst de achternaam, dan de voornaam– is zeer bijziend. Hij zit op de school voor blinde, slechtziende en dove kinderen in Battambang in Cambodja.

De afstand tussen onze gezichten bedraagt een centimeter of zes. Ik kan zijn adem ruiken, en hij ongetwijfeld de mijne. Zijn troebele rechteroog staart schuin omhoog. Zijn onrustige linkeroog schiet alle kanten op. „Je halve gezicht is bedekt met snor en je draagt een bril”, beantwoordt hij bedachtzaam mijn vraag wat hij ziet. Zijn leerkracht vertaalt mijn volgende vraag uit het Engels in het Khmer. Verbouwereerd antwoordt Chholay Heang, na een paar seconden ingespannen turen: „Je steekt je tong naar me uit!” De hele klas barst in schaterlachen uit.

„Mijn leven lang is de wereld een duistere verblijfplaats”, vertelt de zeventienjarige jongen berustend. Met behulp van een bril en een zeer sterk vergrootglas kan hij met veel moeite grote letters lezen. Op school gebruikt hij braille.

Zijn schooldag begint vroeg. Tegen zevenen verzamelen 53 blinde of slechtziende leerlingen, 84 dove leerlingen en alle leerkrachten zich op het binnenterrein van de school. Onder het hijsen van de Cambodjaanse vlag zingen de blinde en slechtziende kinderen uit volle borst het volkslied. Hun dove medescholieren doen enthousiast mee – in gebarentaal.

Mazelen

In Siem Reap vertelt Phai Phcut (22) dat hij als tweejarige mazelen kreeg. De ziekte werd niet goed behandeld. Sedertdien is hij blind. Phcut studeert Khmer literatuur. Terwijl zijn vingers snel de tekst in braille aftasten leest hij met zijn zachte, zangerige stem een gedicht in het Khmer voor. Het klinkt prachtig, al heb ik geen idee waarover het gaat. „Deze school heeft me een nieuw leven gegeven”, vertrouwt hij mij ernstig toe. „Het is de eerste school waar ik naartoe kon.” Hij zit inmiddels in groep 8.

De te vroeg geboren Soung Danita heeft atrofie (verschrompeling) van de oogzenuw. Met behulp van het sterke licht van een bureaulamp lukt het haar om Khmerletters tot een leesbaar geheel aaneen te rijgen. Het 14-jarige meisje zit in groep 6 van de KT-school in Battambang. Ze zit vooraan, bijna letterlijk met haar wipneus op het schoolbord. Alleen als leerkracht Ngueng Sopham extreem groot schrijft, kan Danita het bord lezen.

Danita is enig kind. Haar ouders, neef en nicht, zijn gescheiden. Eén keer per maand mag ze naar huis, als haar moeder tenminste het reisgeld bij elkaar heeft weten te sprokkelen. Na schooltijd volgt ze extra lessen Engels in de stad. Zodra rond halfzeven de duisternis begint te vallen, heeft ze te weinig licht om te lezen of te studeren. „Dan vermaken we ons met liedjes zingen en met woordraadselspelletjes met stukjes fruit of snoep als prijsjes”, meldt ze vrolijk. Haar grootste wens is lerares Engels worden. Op een school voor blinde en slechtziende kinderen. „Dat gaat haar lukken”, stelt lerares Sopham vol overtuiging.


Deventenaar Van Dijk bereikt veel met weinig

De oorsprong van Krousar Thmey (Khmer voor Nieuw Thuis) ligt in de overbevolkte kampen met Cambodjaanse vluchtelingen in Thailand. Op 21-jarige leeftijd had de Fransman Benoît Duchâteau-Arminjon begin jaren negentig een wereldbaan als controller bij een Franse multinational in de Thaise hoofdstad Bangkok toen hij een van die kampen, Site II met 215.000 inwoners, bezocht. Het uitzichtloze bestaan van vooral de tienduizenden straatarme, hongerende, verlaten, dolende en dikwijls gehandicapte kinderen raakte hem diep. Hij nam ontslag om te proberen een aantal van deze kinderen een toekomst te bieden. Van hem kregen ze letterlijk een nieuw thuis.

Twintig jaar later houdt Krousar Thmey (KT) zich bezig met de opvang van straatkinderen, wezen, slachtoffers van kinderprostitutie, en van blinde, slechtziende en dove kinderen. De doelstellingen zijn eenvoudig. Kinderen een veilig onderkomen (nieuw thuis) bieden, scholing verzorgen, re-integratie in de samenleving bereiken en besef bijbrengen van de rijke Cambodjaanse culturele geschiedenis.


Beter bestaan voor blinde en slechtziende kinderen

Gezondheidswetenschapper Karin van Dijk (54) uit Deventer is zzp’er met een eenpersoonsmultinational. In Afrika, Azië en Zuid-Amerika is zij al 35 jaar actief als adviseur, consultant en trainer voor blinden en slechtzienden. ”Low vision consultant” vermeldt haar visitekaartje. Een groot aantal keren per jaar verblijft ze enkele weken in ontwikkelingslanden om overheden, onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en blindenorganisaties van advies te voorzien en om cursussen te verzorgen.

Kinderen hebben haar speciale aandacht. „Je investeert in een kind. Ik wil slechtziende kinderen een beter bestaan bezorgen voor de volgende vijftig jaar van hun leven”, legt ze uit.

Oogziekteverschijnselen, onderwijs en revalidatie zijn haar voornaamste werkterreinen. Ze onderzoekt kinderen, adviseert over behandelingen en hulpmiddelen, helpt beleidsplannen en curricula schrijven, verzorgt cursussen, leidt lokale trainers op, evalueert en stimuleert. Overal onderzoekt ze de mogelijkheden om blinde en slechtziende kinderen in te passen in reguliere scholen. Integreren, niet apart zetten.

„Technisch zijn oplossingen relatief eenvoudig, systemen en structuren zijn moeilijk. Er is gebrek aan geld, maar met weinig kun je in landen als Cambodja veel bereiken.”


Twintig jaar succes

Na decennia van burgeroorlogen lag de Cambodjaanse samenleving in puin. Kinderen waren de grootste slachtoffers. Krousar Thmey (krousar-thmey.org) is in twintig jaar tijd uitgegroeid van een eenmansburgerinitiatief tot een volwaardige ngo met een indrukwekkende staat van dienst voor gehandicapte en achtergestelde kinderen in Cambodja.

Het begon met één bamboehutje voor de opvang van 35 weeskinderen in een vluchtelingenkamp. En nu:

  • Opvang van verstoten kinderen, wezen, straatkinderen en slachtoffers van kinderprostitutie in opvangcentra of bij zorgvuldig geselecteerde gastgezinnen.

  • In twintig jaar 7000 kinderen geholpen.

  • In vijf steden scholen voor blinde, slechtziende en dove kinderen; twintig jaar geleden kende het land geen enkele onderwijsvoorziening voor gehandicapten.

  • Vierenveertig speciale klassen voor dergelijke kinderen in plattelandsscholen.

  • Vijf geïntegreerde klassen in openbare scholen. Slechtziende kinderen zitten tussen andere leerlingen. Kameraadjes helpen hen met praktische zaken, zij helpen hun kameraadjes met onderwerpen waar ze goed in zijn.

  • Gehandicapte kinderen stimuleren om verder te studeren of een beroepsopleiding te volgen.

  • Het ontwikkelen van braille in het Khmer; het in braille omzetten van alle boeken in het Khmer, te beginnen de schoolboeken.

  • Het ontwikkelen van de Khmergebarentaal.

  • Verspreiding van veel meer hulpmiddelen: brillen, vergrootglazen, brailleboeken, boekenstandaards (veelal van resthout, door handige leerkrachten in elkaar geknutseld).

  • Preventiecampagnes, campagnes om de bewustwording te vergroten en om de integratie van gehandicapten te stimuleren.

  • Stabiele financieringsbronnen aangeboord in meerdere landen (onder andere Light for the World in Veenendaal en Terre des Hommes Nederland).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer