Onderwijs & opvoeding

Samen werken aan veilig thuis voor kind in risicogezin

Geweld tussen ouders, verbale en fysieke agressie tegen kinderen, seksueel misbruik. Om allerlei redenen kan de situatie voor een kind thuis onveilig zijn. In de aanpak van Signs of Safety werkt een hulpverlener samen met een gezin en zijn netwerk aan een beschermend klimaat. Daardoor kan een gedwongen uithuisplaatsing vaak worden voorkomen.

Michiel Bakker

30 August 2012 19:33Gewijzigd op 14 November 2020 22:55
Petra Westmaas. Foto RD
Petra Westmaas. Foto RD

Hun werk voor Agathos, onderdeel van de Lelie Zorggroep, brengt hen met heel wat gezinnen in aanraking. Petra Westmaas is psychosociaal zorgverlener. Thea Lievaart begon eveneens in die functie en coacht tegenwoordig onder anderen medewerkers van de reformatorische thuiszorginstelling in Zuid-Nederland. Sinds 2009 werken beiden met het uit Australië afkomstige programma Signs of Safety (SoS), signalen van veiligheid.

Deze methode komt in beeld als binnen een gezin een kind „verdacht of bewezen gevaar” loopt. In de meeste gevallen speelt huiselijk geweld tussen ouders een rol, maar ook seksueel misbruik, fysiek geweld en verwaarlozing komen geregeld voor.

Lievaart: „In sommige gezinnen is er sprake van extreme straffen. Kinderen worden zo hardhandig aangepakt dat ze blauwe plekken oplopen. Soms is er weinig structuur wat betreft eten, wassen en schone kleding, om maar niet te spreken over het tekort aan liefdevolle aandacht.”

Opluchting

Beide hulpverleners hebben niet het idee dat dergelijke problemen in de reformatorische gezindte meer dan gemiddeld voorkomen. Wel herkennen ze de conclusie uit een eerder dit jaar verschenen rapport van onderzoeksinstituut Movisie dat zaken in orthodox-christelijke kring vaker met de mantel der liefde worden bedekt. Dezelfde studie spreekt ook over de kracht van het netwerk van kerkelijke gezinnen. Juist dat maakt SoS volgens de Agathosmedewerkers uitermate geschikt voor toepassing in de achterban van hun organisatie.

Meer dan eens signaleren eigen ambulante hulpverleners dat er sprake is van een dreigende situatie in een gezin. In andere gevallen wordt de instelling door bijvoorbeeld het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling of een Steunpunt Huiselijk Geweld ingeschakeld. Ook kerkenraden doen een beroep op de thuiszorgorganisatie.

Hoe lastig is het om vermoedens van onveiligheid bespreekbaar te maken? Westmaas: „Mijn ervaring is dat ouders het goed oppakken als je helder verwoordt dat je je zorgen maakt.” Lievaart: „Soms merk ik zelfs een zekere opluchting. Als je de zorgen eenmaal besproken hebt, kun je ook samen met de ouders kijken hoe ze verder kunnen.” Westmaas: „Signs of Safety geeft opvoeders de mogelijkheid zelf mee te denken over oplossingen.”

Als ouders van mening zijn dat er een verkeerd beeld bestaat van hun functioneren in het gezin, stimuleren de hulpverleners van Agathos hen toch mee te werken aan SoS, om zo de zorgen die er in hun omgeving zijn weg te nemen. Hierdoor komt meer dan eens een bewustwordingsproces op gang, waardoor ze gaan inzien dat het van belang is de gezinssituatie veiliger te maken.

Slot op deur

In overleg met de ouders worden diverse mensen uit het netwerk van het gezin –buren, familieleden, leerkrachten, ambtsdragers– uitgenodigd om de situatie te bespreken. Tijdens zo’n bijeenkomst, onder leiding van een speciaal getrainde voorzitter, zijn ook hulpverleners aanwezig. De kinderen kunnen, afhankelijk van de situatie en hun leeftijd, de sessie eveneens (gedeeltelijk) bijwonen. Een van voorwaarden is dat de deelnemers op een respectvolle manier met elkaar in gesprek gaan.

Alle aanwezigen, inclusief de ouders, geven op een schaal van een tot tien aan hoe zij de veiligheidsituatie in het gezin beoordelen. Ook draagt iedereen mogelijkheden aan om eventuele risico’s voor de kinderen te verkleinen. Daarover worden concrete afspraken vastgelegd in een veiligheidsplan. Dat maakt onder meer duidelijk wat er minimaal moet veranderen. Aan het eind zeggen alle deelnemers hoe veilig de situatie volgens hen is als de maatregelen worden doorgevoerd. „Het cijfer schiet dan soms omhoog van een drie naar een zeven”, zegt Lievaart.

De hulpverleners signaleren in de netwerken grote bereidheid om ouders „te stutten en te steunen.” Op allerlei manieren bieden familieleden en vrienden hulp aan. Lievaart: „Ik denk aan een gezin waarin sprake was van onderling misbruik door enkele kinderen. Op de vraag wat er minimaal zou moeten gebeuren om het thuis veiliger te maken, zei een meisje: „Ik wil een slot op de badkamerdeur.” Waarop een oom spontaan reageerde: „Dat ga ik vanmiddag regelen!” Daardoor neemt het gevoel van veiligheid meteen toe.”

Kippenvelmoment

Westmaas herinnert zich een netwerkbijeenkomst waarbij vader en moeder aangaven dat de kinderen het beste tijdelijk uit huis konden gaan, zodat zij aan hun huwelijk konden werken. „Na een stilte zei een van de mensen uit het netwerk dat de beide kinderen uit het gezin zes weken bij haar mochten komen. Dat vond ik echt een kippenvelmoment. Door deze oplossing kon snel een veilige situatie worden gecreëerd, zonder tussenkomst van hulpverlenende instanties.”

Binnen een vastgestelde termijn hebben er een of meer vervolgberaden met het netwerk plaats. Dan blijkt of de afspraken worden nageleefd en of ze effect hebben. Westmaas: „In een gezin waarin sprake was van mishandeling kwamen we na drie weken weer bij elkaar. Toen bleek dat het goed ging, maakten we een nieuwe afspraak over een langere periode. Inmiddels zit er vier maanden tussen. Moeder geeft aan dat ze zich enorm gesteund voelt door haar omgeving.”

Volgens de hulpverleners lukt het vrijwel altijd om tot goede afspraken te komen. Daarbij zijn ze er alert op dat er niet te veel van de mensen uit het netwerk wordt gevraagd. „Ook letten we erop dat er geen hulpverleningstaken op de vrijwilligers worden afgeschoven”, zegt Westmaas.

Over het algemeen wordt het SoS-traject na een jaar afgesloten. Bij het laatste gesprek spreken de deelnemers af wie er bij welke signalen weer contact opneemt met de hulpverlening. Zes maanden later heeft dan nog een nazorggesprek plaats. Ook kunnen ouders en betrokkenen altijd weer om hulp aankloppen als dit nodig blijkt.

Nu ze enkele jaren ervaring hebben met SoS, tonen beide hulpverleners zich ronduit positief over de methode. Lievaart: „Het is een eenvoudig middel, maar als het op de juiste manier wordt toegepast, werkt het doeltreffend. We zoeken nadrukkelijk samenwerking met de ouders. Daardoor bereiken we vaak meer dan wanneer we als hulpverleners tegenover hen staan.”


SoS laat ouders en hulpverleners handen ineenslaan

Veel ouders die met een instantie als Bureau Jeugdzorg in aanraking komen, maken daar vooral ruzie mee. Dat merkte Eric Sulkers, toen hij in 2006 vertrouwensarts werd bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in Zeeland. In die tijd las hij het boek ”Signs of Safety”, over de gelijknamige methode die hulpverleners in Australië hadden ontwikkeld. „Deze benadering is toekomstgericht en zoekt, met een lichte aandrang en binnen duidelijke kaders, vooral samenwerking tussen hulpverleners en ouders. Ik dacht meteen: Die aanpak moeten we in Nederland ook gaan gebruiken.”

De werkwijze van Signs of Safety (SoS) kan volgens Sulkers probleemloos in de Nederlandse context worden toegepast. „Hij appeleert sterk aan menselijke behoeften. Zowel in Australië, Japan als Nederland willen mensen graag dat er naar hen wordt geluisterd, dat hun overwegingen worden gehoord. Dat betekent dat je als hulpverlener niet zegt wat ze wel of niet moeten doen, maar vragen stelt en samen met ouders op zoek gaat naar oplossingen voor onveilige situaties voor de kinderen in het gezin.”

In 2008 ging Sulkers in Zeeland voor een periode van twee jaar aan de slag als projectleider Signs of Safety, in samenwerking met tal van instellingen, waaronder Bureau Jeugdzorg, het maatschappelijk werk en de christelijke thuiszorgorganisatie Agathos (zie artikel hieronder). Cruciaal is volgens de kinderarts dat hulpverleners niet solistisch met de methode aan de slag gaan, maar dat deze een vaste plek krijgt in de werkwijze van afdelingsteams en dat er geregeld intervisie plaatsheeft, gericht op het vergroten van de deskundigheid.

In Zeeland wordt de methode regelmatig met succes toegepast, aldus Sulkers. Daarbij wordt altijd het netwerk van de ouders betrokken. Van de deelnemers aan de netwerkberaden (onder anderen ouders, familieleden, hulpverleners) toonde 90 procent zich tijdens een peiling overwegend of zeer tevreden over de aanpak. „Vrijwel elke bespreking levert nuttige afspraken op over het vergroten van de veiligheid in het gezin.”

Amerikaans onderzoek heeft volgens Sulkers aangetoond dat onder deelnemende ouders aan het SoS-programma de recidive bij kindermishandeling in tien jaar tijd is gedaald van 14 naar 2 procent. In Nederland heeft dergelijk onderzoek niet plaatsgehad, maar Sulkers zegt veel succesverhalen te horen. De kinderarts, werkzaam in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes, houdt zich op dit moment bezig met supervisie en het verzorgen van SoS-trainingen in de regio’s Breda en Leuven. Ook elders hanteert een groeiend aantal hulpverleners bij onder meer gezinsvoogdij-instellingen en Bureaus Jeugdzorg volgens hem de SoS-benadering. „Het gaat niet om een wondermiddel, maar SoS reikt handvatten aan waarmee je goede resultaten kun behalen.”

www.signsofsafetyzeeland.nl
www.signsofsafety.nl


Oranje stoplicht

Een man met een autistische stoornis heeft regelmatig last van woede-uitbarstingen, waarvan zijn kinderen de dupe worden. In een traject van Signs of Safety bespreken vader en moeder het probleem met mensen uit hun netwerk en hulpverleners. „De gezinsleden zagen het vaak aankomen als de spanning bij vader opliep. Ze merkten bijvoorbeeld dat hij ging ijsberen of voorwerpen hard neerzette”, zegt Thea Lievaart, hulpverlener van Agathos. „In het netwerkberaad spraken we af dat er een stoplicht in huis werd geplaatst. Als de oudere kinderen merkten dat vader onrustig werd, zetten ze het stoplicht op oranje. Dat was voor hun jongere broertjes en zusjes het signaal dat ze hem met rust moesten laten. Ook het jongste kind –vier jaar– begreep dat heel goed. Vader belde dan zelf iemand uit het netwerk op en ging minimaal een halfuur naar die persoon toe om tot rust te komen. Dat werkte goed. Zelfs toen een van de kinderen een keer voor de grap het stoplicht op oranje zette, pakte pa meteen zijn jas van de kapstok en vertrok. Dat onderstreepte voor mij dat de veiligheid in het gezin enorm was toegenomen.”


Huis van dromen

Signs of Safety streeft ernaar alle gezinsleden zo veel mogelijk te betrekken bij het vergroten van een veilig en plezierig leefklimaat in huis. Als kinderen te jong zijn om een netwerkberaad bij te wonen, zoeken de hulpverleners van Agathos naar andere middelen om hun een stem te geven in het proces. Thea Lievaart: „We laten hen bijvoorbeeld drie tekeningen maken. In het ”huis van de zorgen” en het ”huis van de goede dingen” geven ze aan wat ze vervelend en wat ze fijn vinden thuis. In het ”huis van de dromen” laten ze zien wat ze graag veranderd zouden zien. Daaruit komen soms kleine zaken naar voren die tot grote veranderingen leiden. Zo maakte een kind duidelijk dat hij graag wilde dat ze met z’n allen aan tafel zouden eten. Ik ging ervan uit dat dit wel gebeurde, maar dat bleek niet zo te zijn. In overleg met de ouders is het samen ’s avonds eten toen ingevoerd. Daardoor merkten de kinderen dat pa en ma naar hen luisterden en in hen wilden investeren. Aan de hand van een spelletje vertelde iedereen tijdens de maaltijd iets over wat hij die dag had meegemaakt. Zo ontstond er een heel leuk gezinsmoment waar iedereen blij mee was.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer