Sigaar uit eigen doos
Het is misschien wel de meest onderschatte beloning van Nederland. Toch gaan er miljarden euro’s in om en schrijven kranten er wekelijks vele pagina’s over vol. Veel werknemers weten niet eens hoeveel geld ze op die manier krijgen van hun baas. Werknemer en baas leggen maandelijks geld apart voor het pensioen.
Het is de macht van de grote getallen. Soms zijn bedragen zo groot, staat er zo veel op het spel, dat het murw maakt. Totdat we het terugbrengen naar die ene vrouw of man. Laten we hem Albert noemen.
Albert heeft een baan en een eigen huis. In tijden van crisis is dat heel wat waard, maar toch maakt hij zich over allebei zorgen. Dat eigen huis is namelijk nog niet van hem, maar van de bank. Bij aankoop nam hij een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek voor het hele bedrag. Maandelijks betaalt hij trouw zijn lasten aan de bank. Over dertig jaar heeft hij dan vooral veel rente betaald, en ook een beetje gespaard. Dat spaarpotje is dan ongeveer de helft van de totale hypotheekschuld.
Onderpand
Volgens de bank was het uit de tijd om de schuld in dertig jaar af te lossen. Het huis is een veilige belegging, dient als onderpand, en is straks veel meer waard. Helemaal lekker voelt Albert zich er niet bij. Over dertig jaar is hij 62 en stopt hij bijna met werken. De tijd dat hij zijn betaalde rente mag laten meebetalen door Vadertje Staat is dan verstreken, maar de schuld nog niet betaald en het gespaarde potje te klein. En is zijn huis dan wel zo veel waard als men nu zegt? Zijn huis is dan wel dertig jaar ouder, net als de wijk. Door de vergrijzing is de vraag naar woningen misschien wel heel anders. Zorgen over de hypotheek dus.
Over het pensioen zit Albert ook wel eens te piekeren. Maandelijks betaalt hij met zijn baas daarvoor een flink bedrag aan het pensioenfonds. In de krant leest Albert echter dat de verplichtingen van de pensioenfondsen sneller toenemen dan de stijging van het vermogen. Beleggingen lopen minder goed dan verwacht. Gepensioneerden worden ouder en krijgen dus langer een uitkering dan vooraf bedacht. Veel pensioenfondsen hebben daardoor nauwelijks genoeg geld om straks aan iedereen het beloofde bedrag uit te keren. Ook de leeftijd waarop Albert met pensioen kan is nog lang niet duidelijk. Misschien moet hij wel werken tot hij 72 is.
Deskundigen
Op een dag leest Albert iets vreemds in de krant. Mensen die ‘deskundigen’ worden genoemd, zeggen het ei van Columbus te hebben gevonden. Door de pensioenen en de hypotheken aan elkaar te knopen worden de problemen opgelost. Voortaan gaat het werknemersdeel van de maandelijkse pensioenpremie niet meer naar het pensioenfonds. Albert mag dat bedrag gebruiken om zijn hypotheekschuld af te lossen. Dat klinkt niet onaardig. Zodoende kan Albert meer aflossen en heeft hij minder schuld als de hypotheek afloopt.
Na wat nadenken krijgt Albert het idee dat hij hiermee een sigaar uit eigen doos krijgt aangeboden. Immers, geld dat zijn baas apart zou leggen voor zijn pensioen moet Albert nu zelf apart gaan leggen voor zijn hypotheek. Hij heeft dus minder hypotheekschuld, maar krijgt straks ook minder pensioen.
Albert troost zich met de gedachte dat de door de deskundigen bedachte oplossing ook voor de bankdirecteur een sigaar uit eigen doos is. De chef van de hypotheekafdeling krijgt meer geld binnen, terwijl de chef van de pensioenafdeling juist minder krijgt om te beleggen. Terwijl het pensioenfonds moet blijven uitkeren, komt er minder ‘vers’ geld binnen van premiebetalers. De chef van de pensioenafdeling, die is dus echt de sigaar.
De auteur is manager communicatie bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie.