Al vanaf eind 2009 liggen de afzetprijzen hoger dan het jaar ervoor, maar sinds de zomer van 2011 liep de prijsstijging in de industrie wel steeds verder terug. Dit is volgens het CBS voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het goedkoper worden van ruwe aardolie.

Dat de prijsstijging in juli voor het eerst weer groter was dan in de voorgaande maand, hangt ook weer samen met de ontwikkeling van de aardolieprijzen. Deze begonnen afgelopen maand weer te stijgen. In juli waren de afzetprijzen in de aardolieverwerkende industrie hierdoor 7 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee namen de prijzen harder toe dan in juni, toen de prijzen 2 procent hoger waren dan in juni 2011.

Volgens het onderzoeksbureau van ABN Amro wordt de hogere olieprijs deze zomer vooral veroorzaakt door de angst voor voorraadtekorten. Deze angst is onder meer gevoed door de aanhoudende gevechten in Syrië en Iraanse dreigementen om de Straat van Hormuz af te sluiten. Ook een staking in de Noorse olieindustrie, een aanslag op een Israëlische bus in Bulgarije, en een aanval op een pijpleiding tussen Irak en Turkije stuwden de prijzen in juli.

Aangezien het Midden Oosten de grootste leverancier van olie is, leidt een toename van de spanningen in die regio tot een grotere kans op productiestoornissen. Dit wordt volgens ABN Amro door de markt in de olieprijs verwerkt, ondanks het feit dat er op dit moment ruim voldoende olievoorraden aanwezig zijn.