Dat blijft natuurlijk ook zo. In de verre toekomst worden het nog eerder minder zetels, dan meer. Het zal dus bij een hevig verlangen naar extra pluche blijven en niet meer worden dan een run op een evenredig stuk van de parlementaire taart. De SP gaat niettemin voor 45 zetels, zei oud-leider Jan Marijnissen dinsdag. Geert Wilders liet eerder al weten zeker 25 zetels nodig te hebben om alle PVV’ers na de verkiezingen een plekje te geven. En PvdA-leider Diederik Samsom zei dinsdag in Twente te rekenen op 31 zetels.

Ook de kleine partijen azen op winst: de SGP hoopt op 3 zetels en de Partij voor de Dieren op 4. En met de nieuwe partijen moet ook rekening worden gehouden. Ouderenpartij 50Plus gaat uit van 5 blauwe stoelen, het DPK van Hero Brinkman ziet er zeker 3 opdoemen en de Piratenpartij mikt ook op drie plekjes op het pluche.

En dan zijn er nog de partijen die geen uitspraken willen doen over het gewenste zetelaantal. „Wij gaan uit van een zo goed mogelijk resultaat”, aldus campagneleider Jesse Klaver van GroenLinks. Eerder sijpelde door dat de partij zou mikken op 10 zetels, maar Klaver wil geen cijfer op de verwachtingen plakken. Het CDA waagde zich evenmin aan een voorspelling.

Ook bij D66 doen ze daar niet aan. Woordvoerster Annelou van Egmond wil geen hoge schatting doen. „Wij zijn voorstander van het verkleinen van de Tweede Kamer”, zegt ze. Het inmiddels gevallen kabinet heeft daar eerder een voorstel voor gedaan. VVD en CDA willen voor de Tweede Kamer terug naar 100 leden. Om dat te realiseren moet de grondwet worden gewijzigd en dat is nog een heel gedoe.

De VVD noemt dit soort voorspellingen „spelletjes”. „Daar doen we niet aan mee”, stelt een zegsman. Ook de ChristenUnie pint zich niet vast op een cijfer. „Als we groeien, met welk cijfer dan ook, dan hebben we het heel goed gedaan”, aldus campagneleider Gert-Jan Segers.