Nederland helpt Yad Vashem ”rechtvaardigen” online te zetten
JERUZALEM – Nederland en het Holocaust Instituut Yad Vashem in Jeruzalem hebben maandagmiddag afgesproken dat ons land bijdraagt aan de digitalisering van gegevens over de ”rechtvaardigen onder de volkeren” uit Nederland.
Rechtvaardigen onder de volkeren zijn mensen die in de tijd van de Holocaust hun leven hebben geriskeerd door Joden te redden. Er zijn 24.000 ”rechtvaardigen”, onder wie 5204 Nederlanders.
Yad Vashemvoorzitter Avner Shalev zegt dat het van groot belang is dat de gegevens online komen.
De directeur van de afdeling rechtvaardigen onder de volkeren, Irena Steinfeldt, zegt dat de basisgegevens al online staan. De Nederlandse bijdrage maakt mogelijk dat de documenten die bij de aanvraag zijn ingeleverd, worden gescand en gepubliceerd. De totale kosten schat zij op 180.000 euro, waarvan Nederland 100.000 euro betaalt. Yad Vashem zoekt nog partners voor de overige kosten. Naar schatting zal het scannen anderhalf jaar duren.
Steinfeldt zegt dat om verschillende redenen belangrijk is dat de gegevens op internet komen. Er zijn familieleden die willen weten wat de ”rechtvaardigen” hebben gedaan. „Iemand weet bijvoorbeeld dat hij een grootvader had die Joden redde, maar hij kent zijn verhaal niet. Of iemand weet dat zijn grootmoeder is gered, maar hij weet niet wie haar redders waren.”
Elk jaar worden er honderden aanvragen voor de status van ”rechtvaardige” ingediend. Negen mensen zijn daar mee bezig.
Ook de documenten van ”rechtvaardigen” uit andere landen worden gescand. Yad Vashem heeft al fondsen voor de digitalisering van de gegevens van ”rechtvaardigen” uit de voormalige Sovjet-Unie, Duitsland, Polen en Frankrijk.
Als voorbeeld van een bijzonder document noemt Shalev de liefdesbrief die mensenredder Hein Sietsma aan Berendina Eman schreef. Sietsma werd naar Dachau gezonden. Eman kreeg van hem een brief die tot een vierkante centimeter gevouwen was met de woorden: „Zelfs als we elkaar op aarde niet weer ontmoeten, krijgen wij er nooit spijt van wat we hebben gedaan.”