Screening helpt opsporen kindermishandeling
ROTTERDAM – Systematische screening op kindermishandeling zorgt ervoor dat die vaker wordt opgemerkt door personeel op de spoedeisende hulp. Dat concluderen onderzoekers van het Erasmus MC in Rotterdam. De wetenschappers publiceerden hun bevindingen maandag in het vaktijdschrift Pediatrics.
Het vermoeden bestond al langer dat het aantal gevallen van kindermishandeling dat door medisch personeel wordt opgemerkt stijgt wanneer artsen en verpleegkundigen extra alert op zijn op de afdeling spoedeisende hulp (SEH). Toch was er tot op heden nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan of dat vermoedden klopte.
De Rotterdamse wetenschappers hebben nu voor het eerst vastgesteld dat systematische screening van patiënten op kindermishandeling op de SEH effectief is. Het zorgt ervoor dat kindermishandeling vaker wordt opgemerkt. De onderzoekers wijzen erop dat het belangrijk is dat artsen en verpleegkundigen hierop worden getraind en dat ze objectieve checklists gebruiken bij hun afwegingen.
Onderzoekers van de afdelingen maatschappelijke gezondheidszorg en kindergeneeskunde van het Erasmus MC deden onderzoek op zeven SEH-afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen. In totaal betrof de studie ruim 100.000 kinderen tot 18 jaar die de SEH bezochten tussen februari 2008 en december 2009.
In de groep kinderen die systematisch werden gescreend, kwam de mogelijkheid van kindermishandeling vijf keer vaker aan het licht dan in de groep waarbij het medisch personeel daar niet specifiek aandacht voor had.
In Nederland is de screening op kindermishandeling op de SEH inmiddels wettelijk verplicht. De onderzoekers concluderen dat mishandeling na die tijd beduidend vaker werd opgemerkt door het medisch personeel. Ook bleek uit de studie dat scholing van het medisch personeel op dit terrein zinvol is.