Cultuur & boeken

Vertaalde boeken bevorderen begrip tussen culturen

Vertaalde boeken verrijken de eigen literatuur en bevorderen het begrip tussen de verschillende culturen. Dat stelde Emer O’Sullivan, hoogleraar Engelse letterkunde in Lüneburg, tijdens het congres van de International Board on Books for Young People (IBBY), dat maandag in Londen is afgesloten.

dr. Janneke de Jong

28 August 2012 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 22:52

De IBBY is een internationaal netwerk van mensen uit het kinderboekenvak. De organisatie streeft ernaar om kinderen wereldwijd toegang te geven tot boeken van literaire en artistieke waarde, omdat boeken –door opvoeding en onderwijs– humaniteit, tolerantie en internationaal begrip kunnen bevorderen.

Verspreid over alle werelddelen telt de IBBY meer dan 65 landen met een eigen sectie die een bijdrage levert aan de IBBY-activiteiten. Zo leidt IBBY-Nederland– samen met IBBY-Vlaanderen– een project in Haïti, om kinderen na de aard­beving van 2010 van boeken te voorzien. Iedere twee jaar houdt de IBBY een internationaal congres.

Dit jaar is in het Imperial College in Londen van 23 tot 27 augustus het 33e internationale congres gehouden. Het thema was ”Grenzen over: vertalen en migreren”. De congresdagen begonnen met plenaire lezingen van een bekende auteur of wetenschapper. Daarna waren er zowel ’s ochtends als 
’s middags tientallen parallel­sessies te volgen.

In de pauzes konden bezoekers presentaties van jeugdliteratuurprojecten bekijken, stands van uitgevers bezoeken en uiteraard boeken kopen.

Ik bezocht het congres vrijdag en zaterdag. Naast de plenaire lezingen woonde ik een aantal interessante sessies in klein verband bij die mooie, verrassende ervaringen opleverden.

Joodse wortels

Aan de wieg van de IBBY staat Jella Lepman (1891-1970), een Joodse journalist en kinderboekenschrijver uit Stuttgart. In 1937 ontvluchtte ze Duitsland en vestigde ze zich met haar kinderen in Londen. In de oorlog werkte ze voor de Engelse en de Amerikaanse radio. Daarna zond het Amerikaanse leger haar uit naar Duitsland, om er door middel van boeken de heropvoeding van de jeugd te bevorderen. Omdat alle Duitse boeken doordrongen waren van de nazigeest, vroeg Lepman medewerking van andere landen. Door alle respons kon ze in 1946 in München een internationale kinderboekententoonstelling organiseren. Met steun uit Amerika en van de Unesco werd er in 1949 een Internationale Jeugdbibliotheek geopend. Hieruit kwam in 1953 de IBBY voort.

Pippi Langkous

Over het waarom van jeugd­literatuur vertalen hield Emer O’Sullivan, hoogleraar Engelse letterkunde in Lüneburg, een bevlogen verhaal. Boeken uit een andere context verrijken volgens haar de eigen literatuur en bevorderen begrip tussen verschillende culturen. Maar er kunnen zich problemen voordoen van culturele, sociaaleconomische en historische aard. Kostelijk zijn haar voorbeelden. Een Franse vertaler haalde zich de woede van Astrid Lindgren op de hals omdat ze de fysieke kracht van Pippi Langkous drastisch inperkte.

Een uitgever in de Verenigde Staten beschouwde een illustratie van een geit –personage in een prentenboek– die met een opvallende uier op de bank zit, als ongepast. O’Sullivan toont verschillende vertalingen en de Amerikaanse geit is meteen te herkennen: haar uier is geamputeerd.

Vertalen is balanceren tussen aanpassen (domesticeren) en cultuurspecifieke elementen behouden of zelfs benadrukken (exotiseren). De hoogleraar vraagt kinderen vooral niet te onderschatten, ze kunnen heel ver ‘stretchen’.

Migreren

De Australische illustrator Shaun Tan kan als geen ander vertellen wat migreren inhoudt. Zijn vader is Chinees, zijn moeder Australisch, zijn vrouw Fins. „Van één ding ben je zeker, en dat is verandering.” Taal, voedsel, voorwerpen, alles is verwarrend als je migreert. Om dat gevoel weer te geven, gebruikt Tan in zijn prentenboeken vaak surrealistische elementen. Die spreken volgens hem jonge kinderen aan, Zij ervaren de wereld ook vaak als verwarrend én hebben –heel belangrijk– een grote fantasie.

Bij migratieverhalen werken tekeningen vaak krachtiger dan tekst. Tans tekstloze boek ”De aankomst” was ook in Nederland een succes. Zijn werk slaat aan, dat bewijst ook de enorme rij bij de signeersessie.

Narnia in Rusland

Olga Bukhina, Russin van geboorte en woonachtig in New York, behandelde de vertaalhistorie van de Narniakronieken van de Britse schrijver en apologeet C. S. Lewis (1898-1963). Voor de perestrojka waren weliswaar enkele delen in het Russisch verkrijgbaar, maar erg vlak vertaald en zónder religieuze verwijzingen (zoals het kerstfeest). In de samizdat, de ondergrondse literatuur, circuleerden echter wél volledige werken van Lewis, vertaald door de Joodse Natalia Trauberg. Door het Stalinregime verloor Trauberg haar baan en begon ze met het vertalen van goede literatuur om het Russische volk hoop te bieden.

Bukhina vertelde gepassioneerd over Traubergs werk en vervolgde met haar eigen rol: in 1991 begon ze zelf aan een vertaling van een aantal Narniadelen. Lewis heeft bij haar, literatuurliefhebber en christen, een speciale plek. Ze stuurde me haar lezing en we wisselden gegevens uit. Dat is óók waar IBBY voor staat: contacten op basis van een passie voor jeugd­literatuur.

Dr. De Jong is docente Nederlands aan Driestar Hogeschool in Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer