Oplopende studieschuld groot risico voor student
Studeren wordt fors duurder. Er is onvoldoende oog voor de risico’s van de studieschulden die dat tot gevolg heeft, betoogt Pieters Gevers Deynoot.
Vanaf 1 september gelden er nieuwe regels voor de studiefinanciering. De zogeheten langstudeerders –iedereen die meer dan één jaar langer doet over zijn bachelor of master– betalen 3063 euro extra collegegeld. Maar niet alleen langstudeerders krijgen de rekening gepresenteerd. Alle studenten hebben nog maar tot één jaar na de nominale studieduur recht op een ov-studentenkaart. Voor een aanvullende beurs gaan strengere normen gelden. Mogelijk komt daar na de verkiezingen nog een sociaal leenstelsel bij en vervalt de basisbeurs geheel.
Al deze maatregelen betekenen dat studeren fors duurder wordt. De gemiddelde student is bij invoering van het sociaal leenstelsel minimaal 15.000 euro duurder uit. Bovendien wordt de selectie aan de poort strenger en wordt ingroeien via een hbo-opleiding met tussentijdse overstap naar een wo-opleiding vrijwel onmogelijk. Dit alles staat haaks op de brede kenniseconomie en gelijke kansen voor hoogwaardig onderwijs die we in Nederland wilden.
Veel studenten zullen zich genoodzaakt zien om extra geld te lenen. Het resultaat is dat de toekomstige generatie met forse studieschulden zal zitten. Een studieschuld kan dan zomaar 50.000 euro bedragen. Nu is dat nog betaalbaar met een rente van 1,39 procent. Maar wie gelooft de belofte dat het zo blijft? Alom wordt er gewaarschuwd voor de risico’s van lenen en het gevaar van overfinanciering. Blijkbaar geldt dit beleid niet voor studenten?
In deze tijd is bezuinigen noodzaak en kostenverhoging begrijpelijk. Ook mag van studenten een serieuze inzet verwacht worden. Daarmee moeten we onze ogen echter niet sluiten voor de problemen die dreigen. Door de extra lasten lopen studenten grotere financiële risico’s, bijvoorbeeld bij toekomstige rentestijgingen, en de aankoop van een woning zal moeilijker worden door de beperkte leencapaciteit. De overheid zal hier serieus iets aan moeten doen.
Hoe kan het beter en rechtvaardiger? In de eerste plaats is betere voorlichting nodig. Voeg aan een aanvraag voor een lening bijvoorbeeld een rekenhulp toe met de mogelijkheid om aflossingsbedragen en rentepercentages aan te passen. Vraag bij een grote aanvraag om een begroting en eventueel een gesprek met een financieel adviseur. En stel per studentenstad een financiële raadsman aan voor studenten.
Ook moet de overheid duidelijk communiceren over de langstudeerderscijfers en inzicht geven in de aanwending van de langstudeerdersheffing. Waar gaat het geld heen en komt het ten goede aan beter onderwijs? Verder is het wenselijk dat de overheid inzicht geeft in de kosten en kwaliteit per onderwijsinstelling en studierichting. Dan kunnen studenten waar voor hun geld kiezen.
De nieuwe regelgeving bevordert studeren vanuit het ouderlijke huis, beperken van bestuursactiviteiten en het staken van de studie na het behalen van de bachelorgraad. De volgende generatie of de ouders worden verder belast en vermogen wordt belangrijker voor studiekansen. Willen wij dat? In het nabije buitenland is dat anders geregeld. Moeten studenten dan in België gaan studeren?
De auteur beheert de websites www.studiefinancieringsbubbel.nl en www.definancielesite.nl.