In het ochtendprogramma sprak prof. dr. W. Verboom uit Harderwijk over het onderwerp ”Zending verbindt mensen met God”. Uitgangspunt van zijn overdenking was Handelingen 8:5: „En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun Christus.”

Verwijzend naar een groot scherm bij het podium waarop het bruine gezicht van een kind te zien was, zei dr. Verboom: „Op het scherm ziet u het gezicht van een kind. U herkent het wellicht van de omslag van het GZB-dagboek. Ik ken dit kind niet. Maar de Heere Jezus kent het wel. En dat ontroert mij. De Heere Jezus heeft dit kind opgezocht en zich eraan verbonden. Het is lid van de wereldwijde kerk. Zulke kinderen waren er ook in Samaria.”

Dat Filippus afdaalde, zo legde dr. Verboom uit, betekent dat Samaria geestelijk in de diepte ligt. „Hij gaat naar mensen die ver bij God vandaan leven. Is dat van nature met alle mensen niet zo? Hopelijk heeft u dat ook bij uzelf ontdekt in uw leven. Zending verbindt mensen met God. Wat is zending dan een geschenk. Is het ons verlangen om medemensen te brengen tot Jezus?”

Ds. Toureille uit Parijs sprak over ”Zending verbindt christenen wereldwijd”. In het Frans, waarbij een tolk zorgde voor de Nederlandse vertaling, vertelde hij dat hij predikant is van een kleine gemeente in Saint-Quentin, een voorstad van Parijs. De GZB werkt samen met de predikant.

De gemeente is ontstaan uit zendingswerk. Frankrijk typeerde hij als een land waar velen geen Bijbel bezitten, en als men er wel één heeft, wordt die meestal niet gelezen. „Maar ik geloof dat er echt een verlangen is naar geestelijk voedsel. In mijn eigen gemeente ontmoet ik mensen die tot geloof komen en trouw de diensten bezoeken.”

Als voorbeeld noemde hij de Japanse vrouw Luna, die zich van het boeddhisme bekeerde en zich bij zijn gemeente aansloot. Twee dingen wilde hij de aanwezigen nadrukkelijk meegeven: „Eén: we moeten trouw zijn in het werk van de zending. Het komt er op aan geduld te hebben en te volharden. En twee: we moeten present zijn op de plaatsen waar het leven zich afspeelt.” Ds. Toureille riep de aanwezigen op tot gebed: „We hopen zeer op uw gebed en op uw steun.”

Harriëtte Smit, jongerenwerker in de Franse stad Bordeaux, vertelde in een vraaggesprek over haar werk. Als bijzonder moment noemde zij de keer dat een jongen, Ibrahim, bij haar thuis kwam en vragen begon te stellen over een boek met Bijbelse platen. Hij zag een plaat met een Man aan het kruis. Op de volgende bladzijde zag hij een plaat over de opstanding van de Heere Jezus. „Dat kan toch niet, zei hij. Nog nooit is iemand opgestaan uit de dood. Ik antwoordde: Wij geloven dat er Eén is Die wel is opgestaan. Dat is de Heere Jezus, in Wie wij in onze kerk geloven. Met een blij gezicht, maar ook vol vragen, ging Ibrahim naar huis. De volgende dag kwam hij terug, mét zijn ouders.”

Over het christen-zijn in Frankrijk zei Smit: „In Nederland kun je opgaan in de massa in de kerk. In Frankrijk zit je met z’n vijftienen, en dan val je op. Undercover christen zijn is daar niet mogelijk. Jongeren die er in de kerk zitten, hebben daar bewust voor gekozen.” Ze riep verder op tot gebed voor de kerken in Frankrijk en voor degenen die er kerkelijk werk doen.

Vervolgens begroetten de aanwezige zendingswerkers een voor een de aanwezigen door zich op het podium kort voor te stellen met hun gezin en te zeggen waar ze werkzaam zijn. 
Er waren zendingswerkers aanwezig uit onder meer Zimbabwe, Japan, Mexico, Peru, Albanië, de Balkanlanden en Centraal-Azië.

’s Middags sprak ds. L. de Wit uit Bleskensgraaf naar aanleiding van Handelingen 2:37-47 over het thema ”Zending verbindt mensen met elkaar”. „Straks is de zendingsdag voorbij, en dan gaan de zendings­dagen beginnen”, zei hij, doelend op de taak van elke gemeente om zendingsgemeente te zijn. „Als wij terugkeren naar onze gemeenten maakt u er toch niet een gesloten gemeenschap van? De gemeente moet zijn als een halve cirkel, waar mensen aan beide zijden kunnen aansluiten.”

Parallel aan het hoofdprogramma liepen programma’s voor kinderen en tieners. Tijdens de pauze konden verschillende informatie- en verkoopstands worden bezocht.