Wijkagent langs het water
ROTTERDAM – In het boek ”Politie te water” van K. Norel patrouilleren brigadier Joosten en adjudant Van Straten van de Rotterdamse rivierpolitie alleen per boot in de havens van de Maasstad. Anno 2012 zijn er 24 uur per dag ook twee auto’s van de zeehavenpolitie actief. „Een haven bestaat uit water én land.”
„Dit is mijn favoriete steegje”, zegt wijkagent Diede de Leeuw (37) van de zeehavenpolitie Rotterdam-Rijnmond terwijl hij zijn wagen het Gorzenpad opstuurt. In het smalle straatje aan de noordzijde van de Waalhaven geldt een parkeerverbod. Toch staan er verschillende auto’s geparkeerd. „Die gaan op de bon”, gromt De Leeuw.
Bij het uitrijden van het eenrichtingsweggetje komt een auto De Leeuw tegemoet. De bestuurder krijgt een stevige schrobbering. „Het wel of niet een bekeuring uitschrijven is wel eens een lastig dilemma voor een wijkagent. Aan de ene kant wil ik de relatie die ik in de loop van de tijd met de mensen in mijn wijk heb opgebouwd niet afbreken door direct een bekeuring te schrijven. Aan de andere kant moeten zij ook weten dat er niet met ons te sollen valt.”
Een wijkagent die een automobilist bekeurt. Niet bepaald het beeld dat een buitenstaander heeft bij de zeehavenpolitie. Moet die niet vooral op het water bezig zijn met aanvaringen en diefstallen, net zoals in Norels boek? „We kunnen alleen goede politiezorg in de havens leveren als we weten wat er op het water én op het land gebeurt”, zegt Herman Verweij, hoofd van de wijkpolitie.
De zeehavenpolitie bestaat uit drie onderdelen: grensbewaking, opsporing en wijkpolitie. De afdeling grensbewaking controleert alle bemanningsleden van schepen die de Rotterdamse haven aandoen. De rechercheurs van de afdeling opsporing onderzoeken de havengerelateerde criminaliteit en de wijkpolitie is verantwoordelijk voor de noodhulp en de handhaving in het hele havengebied.
Noodsituaties doen er zich niet voor tijdens de middag dat het RD meekijkt. „De meldingsdruk is hier veel minder dan bij onze collega’s in de stad”, zegt De Leeuw. „Natuurlijk is het wel eens raak, zoals die keer dat er tijdens één dienst een vliegtuigje neerstortte op de Maasvlakte en de verdronken man werd gevonden die geprobeerd had een jongen te redden bij het Schiehoofd in Schiedam.”
Controles, maar ook bijvoorbeeld het opnemen van een aangifte van diefstal, doet de wijkagent veelal op afspraak. „In de Rotterdamse haven wordt 10 procent van het bruto nationaal product verdiend. Dat komt neer op een bedrag rond de 40 miljard euro. Ondernemers hebben geen tijd om naar het politiebureau te komen, want tijd is geld. Daarom gaan we bij hen langs voor een aangifte.”
Natuurlijk zijn er ook onaangekondigde controles, vertelt De Leeuw terwijl hij langs de Merwehaven rijdt. „De havenactiviteiten verplaatsen zich steeds meer richting zee en hier vestigen zich allerlei andersoortige bedrijven. Vier keer per jaar houden we een integrale actie waarbij we binnen een bepaald gebied overal achter de deur gaan kijken. Op die manier hebben we al verschillende hennepkwekerijen opgerold.”
In de Spuihaven liggen vele plezierjachten zij aan zij. „Hier werden in korte tijd veel buitenboordmotoren gestolen”, zegt De Leeuw. „Daar hebben we actie op ondernomen en het is gelukkig een stuk minder geworden.”
Via de Maasboulevard van Schiedam en langs de Wiltonhaven gaat het nu naar de snelweg A4. De politiewagen duikt de Beneluxtunnel in, om aan de zuidkant van de Nieuwe Maas zijn surveillance te vervolgen.
In het gebied tussen de Eemhaven en de Waalhaven is het zo midden op de dag een drukte van belang. „Als je hier ’s avonds komt, is er geen kip te bekennen”, zegt De Leeuw. „Ideaal voor straatracers. Die hebben een recht stuk weg nodig waar geen verkeer is.”
De zeehavenpolitie startte in 2010 een pilot om de straatracerij aan te pakken. Met succes, constateren De Leeuw en Verweij tevreden. Verweij: „Het aantal straatraces in de haven is beduidend afgenomen.” Vooral de persoonsgerichte aanpak werkte goed. Speciale politiebusjes met kentekenherkenning registreerden alle auto’s die na een straatrace in de buurt waren, met video-opnamen werden de racers en toeschouwers uit de anonimiteit gehaald en konden er dossiers van hen worden gevormd.
Aan de Noordzijde van de Waalhaven controleert De Leeuw enkele vissers. Ze blijken de juiste papieren te hebben. „Nog wat gevangen?” informeert de wijkagent belangstellend. „Valt tegen”, antwoordt een visser uit Zwijndrecht. „Maar het uitzicht is prima.” Het is een mooi gezicht om de verschillende schepen de Waalhaven in en uit te zien varen.
De Leeuw moet verder. Via het Gorzenpad stuurt hij zijn auto naar de Maastunnel. Vrijwel direct aan de overkant ligt het politiebureau. De surveillance zit er op. „Morgen heb ik dienst op het water.” Grijnzend: „Nergens zo’n afwisselende baan als bij de zeehavenpolitie.”
Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 16 in een serie.