Cultuur & boeken

Hondenkenner John Brad­shaw veegt vloer aan met roedeltheorie

De baas. Dat moet je zijn over je hond. Of voor je hond. Hóé precies, daarover lopen de meningen uiteen. Maar dat een hond voortdurend loert op een kans om de roedel te domineren en zelf de baas te worden is onzin.

Clasina van den Heuvel

24 August 2012 15:49Gewijzigd op 14 November 2020 22:49

De Britse dierengedragsdeskundige John Bradshaw laat dat zien in zijn boek ”Dit is de hond”. Bradshaw is directeur van het Anthrozoology Institute aan de University of Bristol en doet al meer dan twintig jaar onderzoek naar de hond.

Lang, ongeveer sinds de jaren 50 van de vorige eeuw, hebben wetenschappers en trainers hondengedrag verklaard vanuit theorieën over dominantie en roedelgedrag. Tot op de dag van vandaag is die benadering springlevend. De populaire Amerikaanse ‘hondenfluisteraar’ Cesar Millan –die via zijn tv-programma op National Geographic Channel internationaal verbluffend veel kijkers trekt– gaat uit van de ”Power of the Pack”-methode: de hondenbaas moet roedelleider zijn in de groep, de alfa.

Bradshaw maakt uitgebreid duidelijk waarom hij het totaal oneens is met de roedeltheorie. Zo vindt hij dat aanhangers van die theorie het woord ”dominantie” te pas en te onpas gebruiken. Hij noemt Millan, die het had over honden die probeerden een kat te „domineren”, „en over een hond die achter het lichtje van een laserpen aan joeg werd gezegd dat hij het lichtje probeerde te domineren, terwijl een bioloog zulk gedrag onmiddellijk zou definiëren als jachtgedrag, en niet als sociaal gedrag.”

De roedeltheorie is gebaseerd op onderzoek naar wolven die in onnatuurlijke groepen in gevangenschap leefden. Om te beginnen zijn wolven fundamenteel verkeerd begrepen, stelt Brad­shaw. Wolven zijn „buitengewoon sociale” dieren die bij voorkeur in harmonieuze families leven, waar agressie eerder uitzondering is dan regel. De groepen die werden onderzocht vormden een samenraapsel van individuen die een dierentuin had kunnen bemachtigen, en dat leidde zeker tot conflicten en verwarring. Maar die situatie zegt weinig over normaal wolvengedrag, en al helemaal niet over de huishond, betoogt Bradshaw.

Gedrag dat bij wolven vroeger als onderwerping werd geïnterpreteerd –een dier kruipt dichterbij terwijl hij de staart laag houdt, oren liggen naar achteren, staart en achterlijf bewegen enthousiast heen en weer– wordt nu vertaald als affiliatiegedrag: een groepsritueel dat de relatie met soortgenoten bevestigt. Bij honden gebeurt die herinterpretatie maar langzaam.

Voor het welzijn van honden én bazen is het hoog tijd dat huisdierbezitters meer inzicht krijgen in wat hun hond werkelijk beweegt, vindt de auteur. Onjuiste uitleg van hondengedrag heeft grote consequenties voor de manier van trainen (straffen of belonen?) en de dagelijkse praktijk.

Behalve dat hij uitgebreid op de relatie wolf-hond ingaat, waarbij de evolutietheorie een uitgangspunt is voor hem, schrijft Brad­shaw ook over emoties bij honden, intelligentie, hun wereld van geuren en de problemen met rashonden. En er is een overtuigende biologische reden om te stellen: honden houden van mensen. Dat kunnen hondenbaasjes niet vaak genoeg horen.


Verlatingsangst voorkomen

Liefde is bij honden zo’n hevige emotie dat een groot aantal van hen onzeker wordt als de baas weggaat. Met alle gevolgen van dien: verscheurde kussens, gesloopte stoelen, boze buren (vanwege geblaf). „Dat is de keerzijde van het vermogen tot liefhebben dat honden tot zulke fantastische metgezellen maakt: ze kunnen moeilijk zonder ons.” Bradshaw geeft een aantal tips om honden te leren alleen te zijn. Gerammel van sleutels kan voor de viervoeter betekenen: ik moet achterblijven. Daarom is het belangrijk die sleutels te verbinden aan iets positiefs voordat ze kunnen worden verbonden aan het negatieve aspect van verlating. „Dus: pak de sleutels, prijs de hond (of geef hem iets lekkers als jouw hond dat fijn vindt). Pak de sleutels, ga naar de deur en prijs de hond opnieuw. Pak de sleutels, ga naar de deur, stap naar buiten en kom meteen weer binnen en prijs de hond. Pak de sleutels, ga naar buiten, wacht een paar seconden (vervolgens een minuut, dan een paar minuten, et cetera), kom weer binnen en prijs de hond. Als de hond tekenen van onzekerheid of angst vertoont beloon je hem niet maar ga je een stadium terug.”


Boekgegevens

”Dit is de hond. Met de nieuwste feiten en inzichten word je een betere vriend van je hond”, John Bradshaw; uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 468 1203 7; 416 blz.; € 22,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer