Cultuur & boeken

Al te enthousiast pleidooi voor Leonardo-onderwijs

Geregeld zien boeken over hoogbegaafdheid het licht. Op alle mogelijke wijzen wordt geprobeerd duidelijk te maken wat hoogbegaafde kinderen zijn en wat zij nodig hebben.

A. Bongiovanni

24 August 2012 15:52Gewijzigd op 14 November 2020 22:49
Foto iStock
Foto iStock

Volgens sommigen is het reguliere onderwijs niet geschikt voor deze kinderen. Sinds vijf jaar kennen we daarom in Nederland Leonardoscholen. Een van de voorstanders van dit schooltype is Ben Daeter. Hij probeert middels een boek dit schooltype meer bekendheid te geven.

Daeter is, zo blijkt al vanaf het begin, heel enthousiast over het Leonardoconcept. Vanuit een zeer positieve insteek wordt Leonardo gepropageerd. Hoogbegaafde kinderen hebben eenvoudig „recht op dit onderwijs.” Vanuit dat uitgangspunt beschrijft de auteur de achtergronden van dit schooltype.

In het boek wordt enerzijds een „duidelijk theoretisch kader” gegeven waarmee het concept van het Leonardo-onderwijs wordt uitgelegd. Anderzijds worden ervaringen van kinderen, ouders en leerkrachten met dit type onderwijs doorgegeven. De schrijver kon putten uit de vele reacties die hij kreeg van de door hem bevraagde kinder-, ouder- en schoolpanels.

In het theoretische deel heeft de auteur kans gezien de (vaak zeer complexe) begaafdheidsmodellen van wetenschappers die in het verleden over intelligentie hebben gepubliceerd, beknopt en helder uiteen te zetten. Ook vele grote namen uit de geschiedenis van de pedagogiek passeren de revue: Rousseau, Fröbel, Montessori, Ligthart en vele anderen.

Vervolgens laat de schrijver zich wel wat door zijn enthousiasme meeslepen, waardoor een objectieve reflectie ontbreekt. Steevast eindigt een omschrijving met een verwijzing naar het Leonardo-onderwijs: ook dit positieve punt heeft een plaats in het lesprogramma van de Leonardoscholen gekregen. Hetzelfde geldt voor de beschrijving van de onderwijsbehoefte van een (hoog)begaafd kind: alles wat hierover uit wetenschappelijk onderzoek naar voren is gekomen, heeft volgens de schrijver plaats in het curriculum van het Leonardo-onderwijs.

Zo enthousiast en kritiekloos als de auteur ten aanzien van Leo­nardo is, zo kritisch kan hij zich uitlaten over de houding van reguliere basisscholen ten opzichte van Leonardo. Als voorbeeld een paar zinnen over kennisuitwisseling tussen Leonardo- en reguliere (basis)scholen. „In 2009 werd door Leonardo al het extranet (een digitaal uitwisselingsplatform, AB) opgezet. Ruim 200 leerkrachten meldden er zich voor aan. Aanvankelijk deelde men leuke lessen (…) maar velen zetten op den duur helemaal niets meer op dat extranet. (…) Hier weer zo’n typisch trekje bij sommige onderwijs­gevenden: wel over anderen klagen, maar zelf niet delen; nemen, maar niet geven. (…) Het is dus onjuist te stellen dat Leonardo niets zou doen, niets zou regelen, niets deelt. Als men dat maar dikwijls roept, gaat zoiets ook een eigen leven leiden. Het is er allemaal, maar men moet het wel zelf willen. Men wil soms als een kind bij de hand genomen worden…”

Wie het boek gelezen heeft, blijft achter met de vraag wat het doel van dit boek is. De auteur wilde het Leonardo-onderwijs onder de aandacht brengen, waardoor zo veel mogelijk hoogbegaafde kinderen daar „weer gelukkig” zouden worden. Hij heeft het thema echter veel te breedvoerig en te gedetailleerd uitgevoerd om de ouders van potentiële leerlingen te bereiken. Uitweidingen over financiële perikelen, aansporingen aan besturen om een Leonardoschool te starten en discussies over het al dan niet starten van een aparte pabo-opleiding voor Leonardo­leerkrachten maken het werk minder toegankelijk. En de vraag of het Leonardo-onderwijs nu werkelijk dé oplossing is voor deze kinderen, is niet eens gesteld, laat staan beantwoord.

Kortom: een aardig boek voor wie zich wat wil verdiepen in hoogbegaafdheid en het Leonardo­concept, maar dan vooral om selectief wat gedeelten te lezen. De lezer zal zelf een objectief oordeel moeten vellen, want daarin is de auteur niet geslaagd.


Boekgegevens

”Hoogbegaafde kinderen. Leonardo-onderwijs, recht van het kind – uitdaging voor ons”, Ben Daeter; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2012; ISBN 978 94 6153128 5; 518 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer