Commentaar: Israël verwacht recht van Verenigde Naties
Israël heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gevraagd zich uit te spreken over de Iraanse vuilspuiterij van afgelopen vrijdag. De Joodse staat werd toen een „kankergezwel” en een „belediging voor de hele mensheid” genoemd. En dat niet door dronken hangjongeren aan de zijlijn, maar (opnieuw) door president Ahmadinejad en ayatollah Khamenei zelf. Uitroeiing van Israël zou de „waardigheid van alle mensen” ten goede komen. Om die reden verheugen ze zich al op oorlog met de Joden.
Voor onvervalst antisemitisme hoeven we dus geen boek uit de Hitlertijd op te slaan. Vandaag is dit kwaad aan de macht in Iran. Dit is gewoon huiveringwekkend. Iran is het laatste land dat je een atoombom zou gunnen.
De Iraanse leiders zeiden dit op een speciale demonstratie tegen Israël aan het eind van de islamitische vastenmaand. Ook al zoiets aparts: schelden op de Joden als sluitstuk van geestelijke bezinning.
Het is verschrikkelijk als het ene volk zich verkneukelt in de vernietiging van het andere. God wil dat de mensen elkaar liefhebben en helpen. Vreedzaam samenleven mag een humanistisch ideaal heten, maar het wortelt in de Bijbel.
Daarbij komt dat de Schepper het Joodse volk het bijzondere voorrecht gaf dat Gods Zoon uit hen geboren mocht worden. De haat tegen het volk van Abraham valt daarom ook te zien als opstand tegen God Zelf.
Op dit moment komt haat uit Teheran in Israël harder aan omdat dit land zich voorbereidt op een aanval op Iran. Hoewel het schijnt dat de Israëlische regering het onderling nog niet eens is over een aanval, toch houdt iedereen rekening met de mogelijkheid dat Israël vandaag of morgen zal pogen af te rekenen met het Iraanse kernprogramma.
Israël doet er goed aan deze kwestie bij de Verenigde Naties neer te leggen. Dat is voor gezworen vijanden het forum om hun zaak te bespreken. En de VN-Veiligheidsraad is het orgaan dat als taak heeft de internationale spelregels (zo goed en zo kwaad) te handhaven. In oktober 2005 heeft de Veiligheidsraad al een vergelijkbare uitspraak van Iran veroordeeld. Ook de vraag of Iran mag worden aangevallen, hoort strikt genomen op de tafel van de Veiligheidsraad.
Israël is schatplichtig aan de VN. Het VN-Delingsplan was eind 1947 onmisbaar in de juridische fundering van de Joodse staat. Het is daarom terecht dat Israël bij de VN terugkomt nu een bijna-buurland „voor altijd” met Israël wil afrekenen.
Toch hebben heel veel mensen waarschijnlijk nogal schamper gereageerd op dit verzoek aan de VN-raad. Israël toont zelf immers ook weinig gewilligheid VN-uitspraken serieus te nemen. Israël negeert nog altijd tientallen resoluties (meest over de Palestijnse kwestie). Sommige van deze resoluties wortelen in vooroordeel tegen Israël, maar beslist niet alle.
Door zelf uitspraken van de Veiligheidsraad te negeren, versterkt Israël het gezag van de VN (en de internationale spelregels) niet. Welke status geeft Israël dan aan een veroordeling van Iran? Het is daarom goed dat Israël zich meldt bij de VN, maar het zou sterker overkomen als het gepaard ging met een betere samenwerking.