Argentijnse aanklager eist zaak ex-militairen
De Argentijnse aanklager Eduardo Freiler heeft een rechter in zijn land maandag gevraagd een onderzoek in te stellen tegen veertig Argentijnen van wie de Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon de uitlevering had gevraagd.
De 39 militairen en een burger worden verdacht van misdaden tegen de menselijkheid tijdens het Argentijnse juntabewind (1976-1983).
De veertig Argentijnen waren opgepakt nadat Garzon om hun uitlevering had gevraagd. Volgens Garzon hadden ze zich tijdens de zogenaamde Vuile Oorlog onder meer schuldig gemaakt aan moord op en marteling van Spaanse staatsburgers. De meeste Argentijnen kwamen anderhalve week geleden vrij, omdat de centrumrechtse regering in Spanje niet om hun uitlevering wilde vragen.
Het Argentijnse gerechtshof besloot maandag het onderzoek te heropenen naar de verdwijning in 1977 van het Zweedse meisje Dagmar Hagelin. De Zweedse justitie houdt de voormalige Argentijnse marineofficier Alfredo Astiz verantwoordelijk voor ontvoering van en moord op het toen 17-jarige meisje. Zweden vaardigde vorig jaar een internationaal arrestatiebevel tegen Astiz uit.
De moord op het meisje was vorig jaar verjaard. Volgens de Argentijnse krant La Nacion besloot het Argentijnse gerechtshof op verzoek van haar vader de zaak te heropenen.
Verder heeft de Argentijnse president Nestor Kirchner een onderzoek gelast naar uitspraken van oud-juntaleider Reynaldo Bignone en de gepensioneerde generaals Albano Harguindeguy en Ramon Diaz Bessone. De drie gaven in een interview met de Franse televisiezender Canal Plus toe dat tijdens het militaire regime politieke tegenstanders zijn vermoord en gemarteld. Bignone, die vastzit op verdenking van het ontvoeren van baby’s van politieke opponenten, zei dat de Rooms-Katholieke Kerk de martelingen goedkeurde. De kerk heeft die beschuldiging van de hand gewezen.
Kirchner zei dat er sancties tegen het trio zullen volgen als justitie met bewijzen tegen de oud-juntaleider en generaals komt. De drie waren al eerder aangeklaagd wegens mensenrechtenschendingen, maar in 1990 profiteerden ze onder de toenmalige president Carlos Menem van een amnestieregeling. Het Argentijnse Huis van Afgevaardigden en de Senaat hebben die wetten onlangs nietig verklaard.