De 63 mensen met dementie wonen in 10 woningen. In de oude situatie kende het woon-zorgcentrum nog afdelingen met achttien mensen. Van Zuijlen is content met de nieuwe opzet. „Er is meer rust en meer sfeer. Achter elke voordeur proberen we een huishouden vorm te geven met een dagritme dat aansluit op de thuissituatie. Zo worden bewoners die dit kunnen, betrokken bij de voorbereiding van de maaltijden en bij het schoonhouden van hun woning.”

Van Zuijlen wijst tijdens de rondleiding op kasten en meubels: „Qua kleur en inrichting hebben we gekozen voor de jaren vijftig en zestig, omdat bewoners meestal teruggrijpen op het verleden. Deze aankleding biedt hun herkenningspunten.”

Een van de bewoners, de heer Glasbergen, zit in de huiskamer van zijn woning. Hij gaat het bezoek voor naar zijn woon-slaapkamer. „Ik heb het hier naar mijn zin”, reageert hij. Met een blik op zijn meubels: „Vroeger verzamelde ik antiek, dus ik kon lang niet alles meenemen.” Glasbergen heeft ook een kritiekpuntje. „De badkamer is ruim, maar ik vind het niet fijn om hem met de buurman te delen. Als hij op het toilet zit, kan ik er niet in.”

De in Topaz Vlietwijk aangebrachte domotica (thuistechnologie) is nauwelijks zichtbaar. De witte, ronde schijven die op de muur zijn bevestigd, springen niet in het oog. Deze bakens signaleren de doorbraak van een zogeheten leefcirkel.

Er zijn drie technische voorzieningen gekozen: leefcirkels, bewegingsdetectie en licht. „Ze zijn overal aangebracht en op maat instelbaar”, licht Van Zuijlen toe. „Ze zijn te vinden in de woningen, de openbare ruimten, in het zorghotel en in de 21 zorgwoningen in het gebouw hiernaast. De zorgwoningen kregen daarnaast een spreek-luisterverbinding en de mogelijkheid om de deur op afstand te openen.”

Topaz Vlietwijk kent vier leefcirkels, die bepalen waar een bewoner zich mag begeven. De polsband van een bewoner geeft aan of een deur open mag gaan of dicht moet blijven. De bewegingsdetectie signaleert dat een bewoner uit bed gaat. De deurstandsignalering geeft ’s nachts aan wanneer een bewoner zijn woon-slaapkamer verlaat. „Bij de een krijgt de verzorgende direct een signaal, bij een ander is dat niet nodig en slaat de computer enkel de gegevens op. Dit is individueel instelbaar.” Dat laatste geldt ook voor het licht. „Er gaan lampen aan wanneer een bewoner ’s nachts naar het toilet gaat. Dit helpt valpartijen voorkomen. Als iemand echter steeds gaat zoeken naar mogelijkheden om de lampen uit te zetten, activeren we deze voorziening natuurlijk niet.”

Dit is het slot van een serie over domotica.