Dr. Kater voor studenten GB: Bijbelse theologie beter dan filosofie
DOORN – De indeling van Gods eigenschappen in „mededeelbare” en „onmededeelbare” is weinig zinvol, vindt dr. M. J. Kater. De Apeldoornse docent apologetiek en dogmatiek heeft niet veel op met filosoferen over God zonder de Schrift.
Dr. Kater, verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, sprak dinsdagmorgen tijdens de Gereformeerde Bonds-studieweek voor theologiestudenten in Doorn. Voor de vierdaagse bijeenkomst hadden zich een kleine veertig studenten opgegeven. Dat zijn er minder dan in voorgaande jaren, zo zei ds. P. Koeman, samen met zijn vrouw gastheer en gastvrouw van de bijeenkomst op Hydepark, desgevraagd. De lagere opkomst houdt volgens hem verband met het afstuderen van een aantal ouderejaarsstudenten, die eerdere jaren wel aanwezig waren, en een mogelijk geringere instroom van het aantal nieuwe Gereformeerde Bonds-theologiestudenten.
Eigenschappen
Dr. Kater sprak over ”De eigenschappen van God en de consequenties voor de ethiek”. Hij vindt dat het benoemen van de eigenschappen van God uit de Schrift moet opkomen en de filosofie daarin een niet te grote rol mag spelen. Dat is in het verleden wel gebeurd, zei hij. Als voorbeeld noemde hij Origenes, die bij het opsommen van de eigenschappen van God niet verwijst naar de Bijbel maar een filosofische analyse geeft. Ook Bavinck ontkwam in zijn ”Gereformeerde Dogmatiek” niet aan het gevaar van filosoferen, aldus dr. Kater.
De christelijke gereformeerde dogmaticus is van oordeel dat allerlei indelingen van de eigenschappen van God hun beperkingen hebben, onder meer die van absolute en relatieve eigenschappen en van goddelijke vrijheid en goddelijke liefde. Hij ging ook in op de bekende indeling van Gods eigenschappen in mededeelbare en onmededeelbare eigenschappen. Onmededeelbare eigenschappen van God zijn bijvoorbeeld eeuwigheid, onveranderlijkheid en overalomtegenwoordigheid, die alleen aan God worden toegeschreven. Mededeelbare eigenschappen zijn onder andere wetenschap, wil en macht, waarvan ook mensen iets bezitten.
Dr. Kater acht die indeling weinig zinvol. „Het is de vraag wie je met een dergelijke indeling dient. Roep je geen tegenstellingen op die je juist moet voorkomen?” Hij wil de eigenschappen van God benoemen vanuit de Schrift. Daarbij valt de nadruk volgens hem op de mededeelbare eigenschappen van God. Ook vindt hij dat de onmededeelbare eigenschappen van God moeilijk los van de mededeelbare te beschrijven zijn.
Ethiek
De docent gaf een aanzet voor het benoemen van Gods eigenschappen vanuit het Woord. Vanuit het Johannesevangelie en de eerste brief van Johannes kwam hij tot drie eigenschappen van God die van belang zijn voor de ethiek: God is licht; God is liefde; God is geest. Vanuit de brieven van Paulus benoemde hij de nieuwe schepping in Christus (2 Korinthe 5:17) en het werk van de Geest (Galaten 5:22) van belang voor de ethiek. Ten slotte noemde hij de wet van God, die iets zegt over het karakter van God. De wet geeft geen plichtethiek maar een liefde-ethiek, zoals die tot uitdrukking komt in Psalm 119, aldus dr. Kater.
Filosofie
Een student vroeg na de pauze hoe de docent dacht over de rol van de filosofie in de theologie. Dr. Kater: „Ik ben geen vijand van de filosofie, maar het gaat mis als we met onze begrippen gaan filosoferen over de eigenschappen van God buiten de Schrift om. Filosofie heeft iets moois, maar ook iets gevaarlijks. Het wordt gevaarlijk als ze tot verkeerde conclusies leidt. Bijbelse theologie is beter dan filosofie. Daarom is het beter geen eigenschappen van God te benoemen vanuit de filosofie.”
Een andere vraag betrof twee gelijkenissen (in Lukas 18 en Lukas 11), over de onrechtvaardige rechter en over de vader die een kind geen stenen voor brood zal geven. Dr. Kater hield staande dat de lijn van de openbaring de belangrijkste is voor het spreken over God, omdat mensen met hun begrippenapparaat God niet kunnen definiëren. „Mensen kennen God alleen door Zijn handelen in de schepping en in Jezus Christus.” Tegelijk erkende hij dat we dergelijke Bijbelse voorbeelden mogen naspreken. Zo wordt uit Lukas 11 duidelijk dat God goed is.
Verharding
„Weten mensen die de openbaring niet kennen Wie God is?” was een volgende vraag. De christelijke gereformeerde dogmaticus verwees naar Romeinen 1, waar staat dat mensen niet te verontschuldigen zijn, omdat ze een ingeschapen Godskennis hebben. Er staat echter ook, zo voegde hij eraan toe, dat de mensen de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden. Zijn conclusie was dat in een land als Nederland, dat door het christendom heengegaan is, het tweede element een grote kracht heeft, zodat verharding tegen God optreedt.