Koloniale wet herleeft in vete om Malawimeer
KAMPALA – De verwachting dat er olie en gas te vinden is onder het Malawimeer, doet een oude vete opvlammen over de eigendomsrechten van het meer. Tanzania claimt dat het recht heeft op een groot deel van het meer. Malawi vindt van niet.
De ruzie loopt hoog op. De presidenten van Malawi en Tanzania zeggen dat ze het conflict via diplomatie willen oplossen. De Tanzaniaanse minister van Buitenlandse Zaken heeft echter gedreigd met het leger.
Het conflict sluimert al tientallen jaren, maar escaleerde vorig jaar oktober toen Malawi het Britse bedrijf Surestream Petroleum de rechten verkocht om onderzoek te doen naar olie en gas onder het meer. Tanzania eist nu echter dat alle werkzaamheden van Surestream worden stilgelegd, totdat er een overeenkomst is over de precieze ligging van de grens.
De oorsprong van het grensconflict dateert al uit de koloniale tijd. In 1890 tekenden Engeland en Duitsland het zogenoemde Helgoland-Sansibar-Vertrag, een verdrag waarin afspraken werden gemaakt over eigendom van gebieden in Afrika.
Daarin staat dat het strand van het meer aan de kant van het Duitse Tanganyika (het huidige Tanzania) de grens vormt met het Engelse Nyasaland (het huidige Malawi). Op basis van dat verdrag meent de regering van Malawi dat Tanzania geen centimeter van het meer bezit. En dat Tanzania dus niets te zeggen heeft over de eventuele olie- en gasvoorraden die eronder liggen.
Het Malawimeer is het op twee na grootste meer van Afrika. Het vormt de grens tussen Malawi, Mozambique en Tanzania. In lijn met internationale verdragen kunnen alle landen rechten op een deel van het meer laten gelden. De grens loopt dan in het midden van het meer. In het geval van het Malawimeer zou dat betekenen dat Malawi de helft bezit, Mozambique iets meer dan een kwart en Tanzania de rest.
Mozambique bezit inderdaad een deel van het meer, dat staat ook voor Malawi buiten kijf. Maar op basis van het oude verdrag tussen Duitsland en Engeland weigert Malawi te erkennen dat Tanzania ook een deel van het meer bezit. Tanzania vindt het ronduit belachelijk dat Malawi wil vasthouden aan een grens die is getekend door koloniale mogendheden.
De laatste keer dat Tanzania en Malawi publiekelijk bekvechtten over de grens was in 1967. Het conflict liep toen bijna uit op oorlog. In 2007 vond er een ander incident plaats waaruit bleek dat de emoties over het eigendom van het meer diep zitten. De Tanzaniaanse regering stelde toen voor om alle landkaarten te verbranden die in Tanzania gevonden werden waarop de grens tussen Tanzania en Malawi niet door het midden van het Nyasameer liep (in Tanzania heeft men het nooit over het Malawimeer, maar over het Nyasameer).
De strijd staat nu op scherp rond de olie en gas die naar verwachting in forse hoeveelheden in de bodem onder het meer zitten.
Voor vandaag stond een ontmoeting gepland op ministerieel niveau. De ontmoeting moet de spanning uit de lucht halen, maar ondertussen worden de messen geslepen. De Tanzaniaanse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Membe, liet weten dat hij had overlegd met legerofficieren. „Laten we alsjeblieft alle diplomatieke wegen bewandelen om tot een aanvaardbare oplossing te komen”, zei hij. „Maar als het nodig mocht zijn, is Tanzania bereid om tegen elke prijs haar soevereiniteit te verdedigen.”
President Joyce Banda van Malawi liet zich voorzichtiger uit. Donderdag zei ze in de Malawinese Daily Times: „Zelfs als de diplomatieke weg geen uitkomst biedt, betekent dat nog niet automatisch oorlog met Tanzania. We kunnen de zaak ook nog voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof in Nederland.”
Toen de Tanzaniaanse journalist Dickson Ng’Hily de afgelopen week een tocht maakte langs vissersgemeenschappen aan de Tanzaniaanse en de Malawische kant van het meer, trof hij mensen aan die hun spullen inpakten om voorlopig naar andere gebieden te vertrekken. Tanzaniaanse vissers durfden niet meer op het meer te vissen, omdat daar deze week watervliegtuigen waren geland met Malawische soldaten erin.