Kerk & religie

Leven in een Noord-Koreaans strafkamp

Tussen de 50.000 en 70.000 christenen slijten hun dagen binnen hoge omheiningen van prikkeldraad in Noord-Koreaanse strafkampen. Noord-Korea, het land dat al tien jaar nummer 1 staat op de ranglijst christenvervolging. De christenen zitten opgesloten met politieke gevangenen in compleet afgezonderde en zwaarbewaakte secties van de kampen. Ze werken dag in dag uit en worden ze fysiek en psychisch gemarteld. Maar weinig gevangenen kunnen hun verhaal buiten de muren van het werkkamp vertellen. Open Doors vertelt over leven binnen die kampen.

Kerkredactie
18 August 2012 09:52Gewijzigd op 14 November 2020 22:44
Een Noord-Koreaans werkkamp. Foto Open Doors
Een Noord-Koreaans werkkamp. Foto Open Doors

Auschwitz, Dachau, Bergen-Belsen en Sobibor. Vier namen van concentratiekampen ten tijde van Nazi-Duitsland. Berucht om de gruweldaden die er plaatsvonden, de plaatsen waar joden, zigeuners, homoseksuelen en andere ‘inferieure’ mensen omkwamen. We kennen de verhalen en hebben een beeld bij deze kampen.

Maar wie kent de namen Yodok, Bukchang, Kaechon en Chongori? Deze kampen in Noord-Korea hebben veel weg van de concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog, maar roepen nauwelijks emotie op. Complete families, soms tot wel drie generaties, worden ‘naar de bergen gestuurd’ omdat één familielid een misdaad heeft begaan in de ogen van het Noord-Koreaanse regime. Kritiek op het regime of soms nog minder, het simpelweg klagen over het leven in Noord-Korea, kan tot gevolg hebben dat je niet meer thuiskomt.

Heropvoeding of verbanning

Noord-Korea kent twee soorten werkkampen. De eerste variant is een werkkamp waarin enkele duizenden Noord-Koreanen worden ‘heropgevoed’. Deze over het algemeen wat kleinere kampen hebben de uitstraling van een gevangenis. De tweede soort bestaat uit zwaardere kampen die doen denken aan de verbanningsoorden van Hitler, Stalin en Mao. Hier worden politieke gevangenen –ook christenen– gedwongen achttien tot twintig uur te werken. Ze krijgen weinig tot geen voedsel. De ‘gelukkigen’ kunnen nog vrijkomen, als ze laten zien dat ook zij voldoende ‘heropgevoed’ zijn. Onder hen zijn ook christenen die hun geloof hebben weten te verzwijgen.

Gruwelijke aanblik

De nieuwkomers in het kamp wacht een schokkende ervaring als ze hun medegevangenen zien. Ze zijn vel over been, gehuld in lompen en zitten onder blauwe plekken en schrammen. Sommigen kunnen al niet meer rechtop lopen, andere missen een oor of hebben zware verwondingen aan de neus of andere lichaamsdelen.

Er zijn barakken voor singles en barakken voor gezinnen. Geslachtsgemeenschap is verboden, behalve voor ‘modelgevangenen’. Zij worden soms beloond, wat betekent dat ze een paar nachten per jaar mogen doorbrengen met iemand van het andere geslacht, die willekeurig voor hen wordt gekozen. Baby’s worden geaborteerd of direct na de geboorte gedood. Alleen de kinderen die voortkomen uit de ‘beloningsrelaties’ worden in leven gehouden, waarschijnlijk zodat deze kinderen later ook kunnen meehelpen in het kamp. Totdat de kinderen twaalf jaar oud zijn, gaan ze naar scholen waar ze op laag niveau les krijgen van bewakers. ’s Middags moeten ze werken. De kinderen dienen slechts te gehoorzamen. Ze mogen geen vragen stellen, zelfs niet als ze onderwijs krijgen.

Structureel ondervoed

Elke dag heeft hetzelfde monotone ritme, er zijn tussen de kampen slechts kleine verschillen. De gevangenen moeten vroeg opstaan, vaak al om 05.00 uur. Om 06.00 start het werk en om 8.30 is er ‘ontbijt’ dat vaak uit niet meer bestaat dan een paar lepels voedsel. De gevangenen krijgen structureel te weinig te eten. Er worden drie porties per dag gegeven. Heb je niet hard genoeg gewerkt of word je betrapt terwijl je eten steelt, dan kun je rekenen op nog minder. Toch kunnen de gevangenen niet anders dan overal zoeken naar voedsel, omdat het simpelweg niet genoeg is wat ze krijgen voorgezet in het kamp. Maar ook het eten van slangen, ratten, muizen, insecten, konijnen, planten en gras wordt gezien als het ‘stelen’ van voedsel.

De kampen zijn van grote waarde voor de economie van Noord-Korea. Een groot deel van de geproduceerde goederen wordt naar het buitenland geëxporteerd. De gevangenen werken in fabrieken, op boerderijen of in mijnen. Omdat de gevangenen zo zwak zijn en de voorzorgsmaatregelen op gebied van veiligheid en hygiëne slecht, raken velen gewond of zelfs blijvend gehandicapt. Anderen komen tijdens de werkzaamheden om.

Christenen ontdekt

Christenen worden gedwongen hun geloof geheim te houden. Als hun christelijk geloof wordt ontdekt, worden ze naar de compleet afgezonderde gebieden van een werkkamp gestuurd. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Kamp 15, Yodok. Voormalig gevangene Kim Tae-Jin vertelt: „Het was aan het einde van de jaren ’80. Ik ontmoette de leider van een groepje gelovigen en hij vertelde me over God. Ik vond hem aardig en hij vertelde me dat hij deel uitmaakte van een groepje van zeven gelovigen. Op een dag werden ze betrapt door een medegevangene. Alle zeven werden verschrikkelijk gemarteld. Ze hielden mijn vriend zo stevig vast en sloegen hem zo hard, dat zijn arm afstierf en geamputeerd moest worden. Dat is waarschijnlijk gebeurd zonder enige verdoving. Daarna werden de zeven naar een ander kamp verplaatst, met een nog strikter regime. Dat kamp kom je niet levend uit.”

Lijden of verloochenen

Soon-Ok Lee beschreef in haar boek ”Zij mogen de hemel niet zien” haar tijd in Kamp 01 Kaechon, waar honderden christenen gevangen werden gehouden. „Ze kregen minder te eten en werden harder aangepakt dan anderen. Eens of twee keer per maand kwamen alle 6.000 gevangenen op een zaterdag of zondag bij elkaar. Dan werd één of twee christenen gevraagd publiekelijk hun geloof te verloochenen. Als ze dat niet deden, werden ze geslagen met een scherpe bamboestok. Ik stond er versteld van dat christenen besloten te lijden en er voor kozen hun God niet te verraden. Vaak zongen ze gewoon liederen of zeiden ‘amen’. De bewakers werden dan furieus en meestal werd de christen gedood. Als het een bewaker lukte een christen zijn geloof te laten afzweren, kreeg hij of zij promotie. Soms moesten we over een christen heen lopen tot hij dood was.”


Kampregels

Tien geboden van een Noord-Koreaans strafkamp

  1. Probeer niet te ontsnappen.

  2. Kom niet samen met meer dan drie andere gevangenen.

  3. Steel niet.

  4. Gehoorzaam de orders van de bewakers

  5. Meld het direct als je verdachte personen ziet of mensen ziet buiten het kamp

  6. Alle gevangenen moeten goed op elkaar letten en het direct melden als iemand ongewoon gedrag vertoont

  7. Zet je meer dan volledig in voor de taken die je zijn opgedragen

  8. Contact tussen man en vrouw is verboden, tenzij het over werk gaat.

  9. Toon oprecht berouw voor de fouten die je maakt.

  10. Je wordt onmiddellijk geëxecuteerd als je de regels overtreedt die gelden in het kamp.


Zij mogen de hemel niet zien

Meer informatie over het boek van Soon-Ok Lee is hier en hier te vinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer