Volgens Karadzic was Papoulias als minister van Buitenlandse Zaken van Griekenland in 1994 intensief betrokken bij pogingen om vrede te stichten in Bosnië. Papoulias zou het VN-hof in Den Haag kunnen vertellen dat Karadzic meewerkte aan een oplossing voor het bloedige etnische conflict in het Balkanland, dat aan meer dan 100.000 mensen het leven heeft gekost.

Ook zou Papoulias hebben gemaand tot voorzichtigheid bij het toewijzen van de schuld aan de Serven wat betreft de beschieting van een markt in Sarajevo. Volgens een Servische complottheorie hebben de moslims op hun eigen mensen geschoten om meer steun te verwerven bij de internationale gemeenschap. Rechters van het tribunaal bleken eerder verdeeld over de vraag of bewezen is dat de Serven het hebben gedaan.

Volgens Karadzic heeft Athene tot nu toe niet meegewerkt aan pogingen van de verdediging om met Papoulias in contact te komen. Daarom wil de genocideverdachte dat de rechters het staatshoofd dreigen met een straf voor het geval dat hij niet naar Den Haag komt. Als Papoulias blijft weigeren, kan hij volgens de procedureregels van het tribunaal worden veroordeeld tot een lange celstraf wegens minachting van het hof, ongeacht zijn positie als staatshoofd.

Als Griekenland de eigen president in zo’n geval niet uitlevert aan Den Haag, gebeurt er naar verwachting ook niet veel. Zo kwam Frankrijk ermee weg dat het een oud-woordvoerster van ex-hoofdaanklaagster Carla Del Ponte niet uitleverde om in Scheveningen haar straf uit te zitten. Parijs zei dat het alleen met het tribunaal samenwerkt inzake oorlogsmisdaden, genocide en misdaden tegen de mensheid.