Het Nationaal Ouderenfonds wil daarom ouderen en hun omgeving bewust maken van dit risico en roept op om te zien naar zorgbehoevende (hoog)bejaarden.
In 2010 zijn er naar schatting 500 mensen meer dan normaal overleden tijdens een periode van aanhoudend warm weer.

Vooral kwetsbare ouderen in een verpleeg- of verzorgingshuis hebben veel last van de hitte. De koeling in menig bejaardentehuis is volgens het ouderenfonds niet goed geregeld. Vaak zijn de verblijven van de bewoners gesitueerd onder een plat dak, dat nog eens een extra hitte-
veroorzaker is. Zonwering voor de ramen helpt dan ook nauwelijks.

Een woordvoerster van het RIVM zegt in een toelichting dat het lichaam zichzelf koelt door te zweten. Bij ouderen neemt het vermogen om te transpireren echter af. Ook de behoefte om te drinken is minder bij oudere mensen. „De hitte kan daardoor net het laatste zetje geven bij mensen die al zwakker zijn.”

Het RIVM raadt op zijn website aan om bij warm weer goed op de mensen in de omgeving te letten die extra hulp zouden kunnen gebruiken, vooral wanneer de familieleden en verzorgenden weg zijn.

Het ouderenfonds adviseert ouderen om minimaal 2 liter per dag te drinken. Water, thee en vruchtensap (met mate vanwege het hoge suikergehalte) zijn goede opties. Voor ouderen met hart- en vaatziekten of een andere chronische aandoening die gepaard gaat met vochtbeperking geldt dit niet. Zij kunnen zich het beste houden aan de richtlijnen over hoe te handelen bij zeer warm weer, die zij als het goed is hebben gekregen van hun behandelaar.

Enkele tips hoe te handelen bij zeer warm weer:

• Drink minstens 2 liter water. Vraag de huisarts zo nodig advies wanneer u een vochtbeperking hebt, plaspillen gebruikt of medicijnen slikt die inwerken op de geestelijke toestand (neuroleptica).

• Wees matig met alcohol, cafeïnehoudende dranken en dranken met suiker, deze onttrekken juist vocht aan het lichaam. Wie minder dan normaal plast of als de urine donkerder wordt, moet meer drinken.

• Probeer zo veel mogelijk binnen te blijven tussen 11.00 en 17.00 uur.

• Blijf goed eten. Zorg voor voldoende zoutopname. Groenten en fruit zijn goed. Ze bevatten veel water, vitamines en minerale zouten. Soep, bouillon, melk, ijs of tomatensap vullen het verloren zout aan.

• Gebruik een ventilator of ga naar ruimtes met airconditioning. Waak voor te grote temperatuurverschillen.

• Verschijnselen van uitdroging zijn: sufheid, niet meer helder kunnen denken; duizeligheid bij opstaan, als dat anders niet zo is; hoofdpijn; donkere urine; droge mond; spierkrampen; flauwvallen en wegvallen; misselijkheid en braken. Raadpleeg bij klachten direct de huisarts.