Geredde mijnwerkers zoeken hulp bij soefist
SANTIAGO – Van de 33 mannen die bijna twee jaar geleden na 69 dagen uit een Chileense mijn werden gered, heeft een groepje hulp gezocht bij soefisten in Cyprus.
Ook diverse collega’s lopen met trauma’s rond, aldus NoticiaCristiana.com, een Latijns-Amerikaanse nieuwsdienst.
Verleden jaar reisden vier Chileense mijnwerkers naar Cyprus om groepstherapie te volgen bij een soefistische leider. Het soefisme is een mystieke traditie die haar oorsprong heeft in de islam. De vier behoren tot de 33 mannen die in oktober 2010 werden gered uit de gedeeltelijk ingestorte mijn San José in Chili. Het land en heel de wereld hield de adem in toen de mijnwerkers in een smalle stalen capsule één voor één van een diepte van ruim 600 meter naar boven werden gehaald. Velen van hen droegen toen een T-shirt met het opschrift ”Gracias Señor” (Dank U, Heere).
De meeste mijnwerkers zijn inmiddels weer aan het werk, „maar er zijn er veel bij die nog steeds ernstige problemen hebben”, schrijft NoticiaCristiana. Victor Segovia vertelt dat hij nog steeds onder psychiatrische behandeling is en medicijnen gebruikt. Edison Peña probeert in een afkickcentrum van zijn verslaving aan drugs en alcohol af te komen. Nuchter en ook wat teleurgesteld klinkt het verhaal van mijnwerker Pablo Rojas: „Dat we ineens beroemd waren, heeft niets aan ons leven toegevoegd. Na een jaar vol reizen, onderscheidingen en interviews moesten we allemaal weer tot de werkelijkheid terugkeren.”
Wie volgens de nieuwsdienst wel zonder trauma verder leeft is José Henriquez. Van de 33 mijnwerkers was hij de enige protestant. Gedurende de 69 dagen van verplichte opsluiting werd hij de ‘geestelijke leider’ van de groep. Hij ging, op verzoek van zijn collega’s, dagelijks voor in gebed. Later werden er ook Bijbelstudies gehouden, met behulp van mini-Bijbels die via een hulpschacht in de mijn waren neergelaten.
Op verzoek van andere mijnwerkers werden er overigens ook rozenkransen gestuurd.