In 2005 kwam de werkloosheid voor het laatst in de buurt van de half miljoen. Toen waren er 482.000 werklozen, net als nu 6,5 procent van de beroepsbevolking. In de jaren 90 lag de piek in 1994 op 8,5 procent: 547.000 mensen zonder werk zaten toen thuis. Van de afgelopen decennia waren de jaren 80 echter het zwaarst voor werkzoekenden. Toen lag het werkloosheidspercentage in 1983 op 10,7. Vanaf 1982 tot en met 1988 kwam de werkloosheid zelfs niet onder de 8,3 procent.

In de jaren 60 daarentegen waren de werkloosheidscijfers ongekend laag. Van 1961 tot en met 1965 bleven ze onder de 1 procent. De hoogste werkloosheidscijfers die ooit in Nederland zijn geregistreerd, stammen uit de jaren 30. Tijdens deze wereldwijde crisis liep het werkloosheidspercentage op tot 17,4 in 1935.

Internationaal gezien kent Nederland nog altijd weinig werkloosheid. Volgens de laatste cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat is de Nederlandse werkloosheid nog niet de helft (5,1 procent) van het gemiddelde (11,2 procent) in de eurozone. Spanje (24,8 procent) en Griekenland (22,5 procent) zijn koplopers.