Het regeringsleger heeft in Aleppo en de rest van het land een enorm overwicht, maar slaagt er al ruim een jaar niet in de rebellen te verslaan. Die patstelling maakt pessimistisch. „Er zal geen winnaar zijn in Syrië. We zien nu de gruwelijke mogelijkheid van een langdurige burgeroorlog”, zei VN-chef Ban Ki-moon.

In het oosten van Aleppo sloeg vrijdag een granaat van het leger in bij een bakkerij. Hongerige burgers stonden daar in de rij te wachten op brood. Ongeveer 10 mensen kwamen om, onder wie 3 kinderen. Bovendien raakten circa 20 mensen gewond.

In de vroege ochtend had een straaljager van de Syrische luchtmacht bommen afgeworpen op posities van het opstandige Vrije Syrische Leger in de wijk Hanano in Aleppo. Een bom trof de binnenplaats van het hoofdkwartier van de rebellen. Ook een nabijgelegen huis werd geraakt. Boze buurtbewoners riepen leuzen tegen Frankrijk en de Verenigde Staten: „Niemand helpt ons.”

Ook om de strategisch belangrijke wijk Salaheddine werd vrijdag hevig gevochten. Het regeringsleger beweerde donderdag dat de rebellen waren verdreven, maar de strijders zelf zeggen dat ze niet opgeven.

Volgens staatsmedia hebben de opstandelingen geprobeerd het internationale vliegveld van Aleppo te veroveren. „Een moedige legereenheid bood het hoofd aan een groep terroristische huurlingen die probeerde de luchthaven van Aleppo aan te vallen. Het leger sloeg terug en doodde de meesten van hen”, aldus staatspersbureau SANA.

De felle gevechten hebben ook gevolgen voor de vele oude gebouwen in Aleppo. Volgens de Syrische oppositie is een burcht uit de 13e eeuw beschadigd geraakt. Vooral de toegangsdeur zou ernstige schade hebben opgelopen. Het bouwwerk staat op de Werelderfgoedlijst van VN-cultuurorganisatie Unesco.