Kliniek Wier+ behandelt delinquenten met verstandelijke beperking
Ze zijn licht verstandelijk beperkt, hebben psychiatrische problemen en kwamen met justitie in aanraking vanwege diverse delicten. In een gesloten kliniek in Den Dolder behandelt een team van hulpverleners cliënten met meervoudige problematiek.
Het is stil in de gangen van Wier+, een opvallend, futuristisch bouwwerk op het terrein van ggz-instelling Altrecht in Den Dolder. De woonkamer op een van de afdelingen, met meubels in frisse paarse en groene kleuren, oogt verlaten. Eén patiënt verblijft in de rokersruimte, de anderen volgen therapie of zijn bezig met dagbesteding.
In haar kantoor zit afdelingspsychiater Laurette Goedhard om de tafel met gz-psycholoog Femke Jonker. Ze vertellen dat ze in hun werk met vrijwel alle vormen van psychiatrische ziekten te maken hebben. Persoonlijkheidsstoornissen, autisme en ADHD komen relatief vaak voor. Eén afdeling richt zich speciaal op mensen bij wie ook verslaving aan alcohol of drugs een prominente rol speelt.
Om uiteenlopende redenen kwamen de patiënten met justitie in aanraking. Sommigen pleegden diefstallen of overvallen om hun verslaving te bekostigen. Anderen maakten zich schuldig aan huiselijk geweld of brandstichting. Ze kwamen vervolgens vanwege bijvoorbeeld detentieongeschiktheid of een ISD-maatregel (verplicht verblijf in een inrichting stelselmatige daders in plaats van een gevangenisstraf) in Wier+ terecht.
Respectvol
De patiëntenpopulatie staat garant voor dynamiek. „Werken met deze doelgroep is ontzettend leuk. De mensen brengen veel humor mee”, zegt gz-psycholoog Jonker. Zij en Goedhard maken samen met onder anderen een activiteitenbegeleider, een muziektherapeut, een dramatherapeut, een psychomotorisch therapeut en een maatschappelijk werker deel uit van het behandelteam.
Emoties worden op de afdelingen vaak sterk uitvergroot, merkt Goedhard. „Het verstandelijke niveau van de mensen is laag, het sociaal-emotionele soms nóg lager. Dat betekent dat sommigen hun emoties uiten zoals jonge kinderen dat doen. Bij boosheid denderen ze bijvoorbeeld stampvoetend door de gang. De kunst van het vak is dan om de juiste toon te vinden: respectvol en volwassen.”
Cognitieve gedragstherapie vraagt in deze context een specifieke aanpak. „Je maakt de zaken bijvoorbeeld visueel”, zegt Goedhard. In het algemeen vergt het werken met licht verstandelijk beperkten volgens haar de nodige creativiteit. „Soms is het bijvoorbeeld beter een patiënt niet alleen in de spreekkamer te ontmoeten, maar ook eens een eind met hem te gaan wandelen of een potje te schaken.”
Verstoten
Jonker vindt het een uitdaging om „een band op te bouwen met patiënten die veelal zijn verstoten door de maatschappij. Ik hoop dat ze daardoor weer wat vertrouwen krijgen in mensen, in de samenleving.” In hun reacties treft haar de directheid. „Ik hoef me niet af te vragen wat ze van me vinden. Dat flappen ze er gewoon uit. Iemand zegt rustig: Ik vertrouw je voor geen meter.”
Intussen is Jonker er alert op dat ze zich niet om de tuin laat leiden. „Soms geven mensen de sociaal wenselijke antwoorden als je bijvoorbeeld vraagt naar hun tijdsbesteding tijdens een verlof, terwijl je voelt dat er iets niet klopt.” Ze kijkt daar niet van op. „Sommigen hebben al vroeg geleerd alles zelf te moeten doen, omdat niemand echt voor hen zorgde. Ze zetten zich af tegen hulpverleners, kiezen hun eigen weg.”
De gz-psycholoog streeft ernaar zich transparant én tactisch op te stellen. „Ik probeer geen beslissingen te nemen over de hoofden van de mensen heen, maar hen op hun niveau overal bij te betrekken. Het is belangrijk dat ze zich serieus genomen voelen. Ik spreek vooral uit wat ik van hen verwacht, in plaats van aan te geven wat ze niet mogen doen. Dat laatste hebben ze al zo vaak gehoord. De meesten zijn heel onzeker. Ik wil hun weer zelfvertrouwen geven.”
Elke patiënt heeft wekelijks een gesprek met zijn persoonlijk behandelaar. Daarnaast krijgt iedereen therapie op maat, bijvoorbeeld gericht op het omgaan met emoties. Op het programma staan ook ”werkgerichte activiteiten”, zoals tuinonderhoud of hout- en metaalbewerking, voor een deel buiten de instelling. „We streven ernaar zo snel mogelijk een brug naar de samenleving te slaan”, zegt Goedhard.
Kort lontje
Hoewel een kort lontje bij de doelgroep niet uitzonderlijk is, hebben er in Wier+ volgens de behandelaars nauwelijks ernstige incidenten plaatsgehad. Een van de spanningsvelden betreft het drugsgebruik. Goedhard: „Drugs zijn hier verboden, maar hoe meer we ons opstellen als een politieagent, hoe groter de uitdaging wordt om toch weer cannabis naar binnen te krijgen.”
De hulpverleners houden met urinecontroles wel de vinger aan de pols. Op die manier confronteren ze patiënten met hun eigen verantwoordelijkheid. Bovendien werkt het stimulerend als blijkt dat ze níét hebben gebruikt. Belangrijker nog is het volgens Goedhard om eraan te werken dat ze innerlijk gemotiveerd raken om drugsvrij te worden. Tijdens psycho-educatie komen daarom de effecten van drugsgebruik nadrukkelijk ter sprake.
Jonker: „Veel patiënten zijn impulsief. Ze letten vooral op effecten op korte termijn, maar beseffen niet dat ze met drugs op den duur hun leven vergooien.” Goedhard: „We vragen hun: Wat wil je in de toekomst bereiken? En kan dat, als je drugs gebruikt?”
Domino-effect
In de laatste fase van de behandeling wordt er een woonprofiel opgesteld en toegewerkt naar een dagbesteding na de behandeling. De een stroomt na elf, twaalf maanden door naar zelfstandig begeleid wonen, een ander naar een instelling met 24 uurszorg. Als iemand bij zijn ouders intrekt, worden zij nadrukkelijk betrokken bij het plan van aanpak. Goedhard: „Het is belangrijk dat ze weten van het ziektebeeld van hun kind en hoe ze daarmee het beste kunnen omgaan. Dat is vaak een hele opgave. Meer dan eens zijn familieleden ook moeilijk lerend.”
Over terugval in de criminaliteit na het ontslag uit Wier+ valt relatief kort na de opening van de kliniek nog weinig te zeggen. Jonker: „Tijdens de opname is de recidive laag. Je kunt niet verwachten dat die helemáál niet voorkomt. We hebben soms te maken met mensen die al 25 jaar lang gevangenis in, gevangenis uit gaan. Dan zijn we al blij als het hen lukt geen ernstige geweldsdelicten meer te plegen.”
Ze wijst erop dat een opname van een jaar voor de moeilijk lerende patiënten vaak niet voldoende is om zich nieuwe inzichten eigen te maken. Goede nazorg blijft daarom belangrijk. „Soms gebeuren er kort na elkaar een paar dingen –een relatie die stukloopt, het verlies van een baan– die een domino-effect hebben en tot recidive leiden. We laten zien dat de gevangenis aan het eind van een lange weg staat. Op die weg proberen we allerlei blokkades op te werpen om te voorkomen dat mensen opnieuw in detentie belanden.”
„Ik trok gympen aan en ging het verkeerde pad op”
Hij werkte in de bouw en verbleef op een adres voor begeleid wonen. Zo’n anderhalf jaar geleden kreeg Stefan (gefingeerde naam) een conflict met zijn baas over z’n salaris. „Dat is een beetje ontspoord. Uiteindelijk stond ik op straat. Ik had geen ontslagbewijs, geen inkomen, geen uitkering. Toen heb ik m’n gympen aan getrokken en ben het verkeerde pad op gegaan.”
Over zijn activiteiten in die tijd wijdt Stefan (39) niet uit. Ze leidden er uiteindelijk toe dat hij in detentie kwam. Hij kreeg een ISD-maatregel (inrichting stelselmatige daders) opgelegd. Eerst zat hij anderhalf jaar in een huis van bewaring. Voor de tweede fase van zijn straf werd hij ruim vier maanden geleden overgeplaatst naar kliniek Wier+ in Den Dolder. Deze biedt een specialistische behandeling voor mensen met een lichte verstandelijke beperking, ernstige psychische problemen en een detentieverleden.
In de gesloten kliniek heeft Stefan een eigen kamer met douche. Hij maakt deel uit van een groep patiënten op zijn afdeling. Ze koken bij toerbeurt. „Dat scheelt. Het eten hier is beter dan het gevangenisvoer.” Niet dat het onderling altijd koek en ei is. „Iedereen is verschillend. Ik erger me aan de rommel die sommigen maken. Maar ja, dat heb je in een groep. Ik hobbel zo veel mogelijk mee.”
Zijn dagen zijn behoorlijk gevuld. Elke week heeft Stefan een gesprek met zijn persoonlijk begeleider. De ochtenden staan verder grotendeels in het teken van diverse therapieën. „Ik krijg bijvoorbeeld muziektherapie. Het begint me te irriteren dat ik nu al drie maanden met een paar sambaballen in m’n handen zit, dus ik ga vragen of ze dit onderdeel van het rooster kunnen halen.”
’s Middags werkt Stefan in een hout- en metaalproject. „Erg leuk.” Ook het verplichte en –in de avonduren– vrijwillige sporten bevalt hem doorgaans goed: voetbal, tennis, badminton. Eén keer per week loopt hij hard met een behandelaar. „Daar heb ik niet altijd zin in. Soms heb ik de neiging niet te gaan. Dan zegt m’n begeleider dat ik moet doorzetten. Het leven bestaat niet alleen uit leuke dingen.”
Inmiddels is Stefan halverwege het behandelprogramma dat hij moet doorlopen. Geregeld mag hij nu zelfstandig buiten de instelling komen. Hij merkt dat hij sterker in z’n schoenen staat dan een paar maanden geleden. „Ik doe m’n best om clean te blijven. In de gevangenis was ik ook anderhalf jaar drugsvrij. Pas voelde ik een keer dat ik de verkeerde kant op zou kunnen gaan. Toen heb ik zelf gezegd dat ik binnen bleef.”
In goed overleg met de gemeente, de sociale dienst en de reclassering wordt er gewerkt aan Stefans terugkeer in de maatschappij. Hij zegt dat hij twee aanbiedingen voor een baan heeft. „Werken is beter dan stelen.” Voor de Kerst hoopt de Utrechtenaar een eigen huis te hebben, waar hij ambulante woonbegeleiding zal krijgen. „Ik wil echt een nieuw leven opbouwen en ik merk dat ik alles in me heb om daarin te slagen.”
Kliniek Wier+
Het aantal delinquenten met een licht verstandelijke beperking neemt de laatste jaren toe. Het gaat om mensen die relatief gemakkelijk te beïnvloeden zijn, waardoor er een verhoogd risico bestaat op het plegen van delicten. De Utrechtse ggz-instelling Altrecht biedt een specialistische behandeling voor deze doelgroep. Het gaat om mensen –80 procent is man– met een IQ van 50 tot 85 in combinatie met ernstige psychische problemen en een strafrechtelijke titel. In kliniek Wier+ in Den Dolder, die in april officieel werd geopend, richten behandelaars zich op het terugdringen van recidive, gedragsverandering en vermindering van psychische klachten. Het gesloten en beveiligde behandelcentrum biedt plaats aan dertig patiënten.