Presentatie Bach-cd’s Ewald Kooiman in Haarlemse Bavo
De cd’s met de laatste Bachopnamen van Ewald Kooiman worden dinsdag 4 september in de Haarlemse Bavo gepresenteerd.
De Duitse organiste Ute Gremmel-Geuchen en Jos van der Kooy geven een concert. Laatstgenoemde zal de Bacheditie (19 cd’s) van het Duitse label Aeolus aan de twee kleinkinderen van Kooiman overhandigen.
Muziekliefhebber Anne den Hartigh uit Streefkerk vroeg Ewald Kooiman in 2007 of hij zin had alle orgelwerken van Bach voor de derde keer op te nemen. Op Silbermannorgels in de Elzas. De organist reageerde enthousiast. Zijn onverwachte overlijden op 25 januari 2009 maakte een vroegtijdig einde aan de opnamen. Er waren op dat moment acht cd’s met Kooiman opgenomen.
Na een bezinningsperiode werd besloten het project met anderen te voltooien. Gerhard Gnann, Ute Gremmel-Geuchen en Bernhard Klapprott, drie oud-leerlingen van Kooiman, hebben de resterende Bachwerken voor hun rekening genomen.
Volgens Den Hartigh, die het hele project heeft bekostigd, is het voor de eerste keer dat Bach surround is opgenomen op Silbermannorgels in de Elzas. Het betreft de orgels van Andreas Silbermann en diens zoon Johann Andreas in Arlesheim, Bouxwiller, Ebersmunster, Marmoutier, Soultz, Straatsburg en Wasselonne. Er is ook een Silbermannreconstructie in Villingen te horen.
Ute Gremmel-Geuchen speelt in Haarlemse Bavo Bachs Praeludium und Fuga in C BWV 547, de Partite diverse sopra ”Herr Christ, der einig Gottes Sohn” en de koraalbewerking ”Wir glauben all an einen Gott” BWV 740. Jos van der Kooy speelt ”Zeventig accoorden (en enige meer) voor Ewald. Tien keer zeven, gevarieerd in tien fasen” van Piet Kee. Dit werk is in 2008 gecomponeerd ter gelegenheid van de 70e verjaardag van Kooiman. Daarna laat de stadsorganist van Haarlem van Bach horen diens koraalbewerking ”Vor deinen Thron tret ich hiermit” BWV 668, het Trio in G BWV 1027a en de Toccata in C BWV 566.
De avond in de Bavo begint om 20.15 uur. De toegang is gratis. De Bacheditie gaat circa 158 euro kosten.
Lees hier een interview uit 2011 met Anne den Hartigh.