Parijs en Berlijn zien niets in plan VS voor Irak
Het Amerikaanse voorstel voor een beperkte rol van de VN in de wederopbouw van Irak in ruil voor substantiële bijdragen in militaire en financiële steun is donderdag in de VN-Veiligheidsraad koel ontvangen. Vanuit het Duitse Dresden kwamen weinig positieve signalen van de Franse president Jacques Chirac en van de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder.
„Natuurlijk zijn wij bereid het Amerikaanse voorstel te bestuderen, maar dat lijkt nog erg ver verwijderd te zijn van het primaire doel in Irak. En dat doel is de overdracht van de politieke verantwoordelijkheid aan een Iraakse regering en wel op de korst mogelijke termijn”, aldus president Chirac. In Washington reageerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, gereserveerd op de Franse reactie. „Ik begrijp niet helemaal aan wie wij de politieke verantwoordelijkheid nu al zouden kunnen overdragen”, aldus Powell.
De Franse VN-ambassadeur, Jean-Marc de la Sablière, zei in New York dat zijn land het Amerikaanse voorstel in de VN-Veiligheidsraad zal amenderen, „zodat precies duidelijk wordt wat onze regering bedoelt.” De Amerikanen begonnen donderdag in New York overleg met de andere permanente leden van de Veiligheidsraad, die net als de VS over een vetorecht beschikken in het college. Groot-Brittannië is momenteel voorzitter van de raad en de Amerikanen hopen dat zij met Britse steun hun voorstel aanvaard krijgen voordat president Bush -zoals gepland- op 23 september de Algemene Vergadering van de VN toespreekt.
Niet alle reacties op het Amerikaanse voorstel waren negatief. De Chileense VN-ambassadeur, Heraldo Munoz, noemde de Amerikaanse ontwerpresolutie donderdag „een positieve stap.” Zijn Mexicaanse collega, Adolfo Aguilar Zinser, was gereserveerder. „Volgens Mexico is de wederopbouw van Irak duidelijke een taak voor de Verenigde Naties”, aldus Zinser. De Amerikanen hopen dat een nieuwe resolutie de weg vrijmaakt voor troepenbijdragen in Irak van India, Pakistan en Turkije. Deze landen hebben bij herhaling gezegd dat dat alleen mogelijk is als er sprake is van een internationale troepenmacht die optreedt onder auspiciën van de VN.
Het gaat de regering-Bush niet alleen om ontlasting van de militaire taken in Irak, maar ook om substantiële financiële bijdragen van de internationale gemeenschap voor de wederopbouw van het land. Washington rekende oorspronkelijk op inkomsten uit Iraks olieproductie om de kosten van de bezetting en van de wederopbouw te dekken. Maar de olie-industrie blijkt in een veel slechtere staat te zijn dan de Amerikanen hadden vermoed. Er zijn langdurige en kostbare renovaties nodig voordat deze sector weer op volle toeren kan draaien. Verder worden oliepijpleidingen regelmatig gesaboteerd, waardoor deze bron van inkomsten nog onzekerder wordt.
Tijdens een conferentie in Brussel schatten de Amerikanen donderdag voor volgend jaar ten minste 20 miljard dollar nodig te hebben voor het bestuur van Irak plus de economische wederopbouw. Daarvan zou een belangrijk deel moeten worden opgebracht door de internationale gemeenschap. Een vertegenwoordiger van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) noemde dat „buitensporig.” „Dat betekent dat je voor de wederopbouw van een van de rijkste olielanden ter wereld eenderde uittrekt van wat er in de hele wereld wordt uitgegeven aan ontwikkelingshulp”, zo benadrukte hij. De bijeenkomst in Brussel was een voorbereiding op de donorconferentie die binnenkort in de Spaanse hoofdstad Madrid wordt gehouden.