De toonaangevende Dow-Jonesindex steeg in de middaghandel 0,7 procent tot 13.213,78 punten. De breder samengestelde S&P 500 ging 0,9 procent omhoog tot 1406,21 punten. Het is de eerste keer sinds 3 mei dat die graadmeter boven de 1400 punten staat. De techologie-index Nasdaq klom 1,1 procent tot 3023,68 punten.

Financiële waarden lagen goed in de markt. JPMorgan Chase was de sterkste stijger in de Dow met een winst van 3,6 procent en branchegenoot Bank of America kreeg er 1,8 procent bij. Ook technologiebedrijf Cisco Systems behoorde opnieuw tot de grote winnaars met een plus van bijna 3 procent.

Onderin de Dow bungelden vrijwel alleen defensieve fondsen, die vooral gewild zijn als beleggers het somber inzien. Zo stonden farmaceut Johnson & Johnson, detailhandelaar Wal-Mart, telefoniebedrijf AT&T en hamburgerketen McDonalds op licht verlies.

De euro noteerde 1,2420 dollar, onveranderd ten opzichte van het einde van de beurshandel in Europa. De olieprijzen stegen verder door hoop op stimulering van de economie en daarmee van de vraag naar grondstoffen. Een vat Amerikaanse olie werd 2 procent duurder en kostte 94,04 dollar. De prijs van Brentolie steeg 2,5 procent tot 112,33 dollar per vat.