Kerk & religie

Plaatsvervanging

Galaten 3:13a

7 August 2012 09:58Gewijzigd op 14 November 2020 22:31

„Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons.”

God kan geen afstand doen van Zijn recht. Zijn wetten zijn geschonden, Zijn geboden overtreden, Zijn beeld is verloren, Zijn heerlijkheid ontluisterd! Eeuwig moet Hij toornen en schelden tegen dat schepsel en al zijn nakomelingen die moedwillig en vrijwillig van Hem zijn afgevallen en de dood voor het leven en de duisternis boven het licht verkoren hebben. En ziet! Hij Die Zichzelf niet kon verloochenen, vernietigt Zichzelf! Wie geen offer kon behagen, noch aannemen, wordt Zelf het offer! Jezus Christus, God te prijzen in der eeuwigheid en geopenbaard in het vlees, gerechtvaardigd in de geest, gezien van de engelen…

Maar wij lopen weer vooruit. Wij moeten terug. God de Vader geeft Zijn Zoon. De Zoon treedt tussenbeide: Zie, hier ben Ik, om Uw welbehagen te doen. In de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik zal de straf op Mij nemen. Ik zal tussentreden. Ik zal Borg en Plaatsbekleder worden. Ik zal Mijzelf vernietigen en de gestaltenis van een dienstknecht aannemen. Ik zal de plaag en de krankheden op Mij nemen. Ik zal Mij tot een schuldoffer stellen. Ik zal het rantsoen betalen.

„Ik ben voldaan”, sprak de Vader. „Ik neem genoegen in het offer van Mijn Zoon.” Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon niet heeft gespaard, maar overgegeven heeft voor die goddelozen.

L. G. C. Ledeboer,
predikant te Benthuizen

(”Een ABC door een Abéling”, 1845)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer