Amerikaanse presidenten en hun godsdienstige overtuiging
Baptist: Warren Harding, Harry Truman, Jimmy Carter, Bill Clinton
Congregationalist: Calvin Coolidge, John Adams (later unitariër)
Disciples of Christ: James Garfield, Lyndon Johnson, Ronald Reagan (ook presbyteriaan)
Dutch Reformed: Martin Van Buren, Theodore Roosevelt
Episcopaal: George Washington, James Madison, James Monroe, William Henry Harrison, John Tyler, Zachary Taylor, Franklin Pierce, Chester A. Arthur, Franklin D. Roosevelt, Gerald Ford, George H. W. Bush
Methodist: James Polk (oorspronkelijk presbyteriaan), Ulysses Grant, William McKinley, George W. Bush
Presbyteriaan: Andrew Jackson, James Polk (later methodist), James Buchanan, Grover Cleveland, Benjamin Harrison, Woodrow Wilson, Dwight D. Eisenhower, Ronald Reagan
Quaker: Herbert Hoover, Richard Nixon
Rooms Katholiek: John F. Kennedy
Unitariër: John Adams, John Quincy Adams, Millard Fillmore, William Howard Taft
Niet behorend tot een kerkelijke groep: Thomas Jefferson, Abraham Lincoln, Andrew Johnson, Ulysses Grant, Rutherford Hayes, Barack Obama
BAPTISTEN – De geschiedenis van het baptisme in Amerika gaat terug op de puriteinen die in de eerste helft van de 17e eeuw vanuit Engeland naar de nieuwe wereld trokken. In 1631 kwam Roger Williams naar Amerika. Hoewel hij van huis uit geen baptist was, stichtte hij in 1638 de eerste baptistengemeente in Providence (Rhode Island) omdat hij zich stoorde aan de invloed van de puriteinse magistraten in Amerika op het kerkelijk leven. Gedurende de eerste grote opwekking rond 1740, waarin George Whitefield een belangrijke rol vervulde, maakten de baptistengemeenten in Amerika een groeispurt door.
De totale baptistengemeenschap in de VS telt ongeveer 30 miljoen leden. Zij zijn verdeeld over een groot aantal denominaties, waarvan de Zuidelijke Baptisten met ruim 19,8 miljoen leden de grootste vormen. Deze groep hield in 1845 zijn eerste eigen conventie. Andere baptistengroepen zijn onder andere de American Baptist Churches USA, de African-American Baptists en de Regular Baptist Churches.
Ondanks de soms grote onderlinge verschillen delen de baptisten met elkaar de opvattingen over de volwassenendoop, hun accent op de persoonlijke geloofskeuze en de noodzaak van verzoening door het geloof in de Heere Jezus. En zij verdedigen formeel de scheiding van kerk en staat, al kennen de Zuidelijke Baptisten tergelijkertijd een eigen lobbyorganisatie onder leiding van dr. Richard Land.
Ofschoon de totale baptistengemeenschap een van de grotere godsdienstige groepen in de VS is, behoorden slechts vier presidenten ertoe. Een belangrijke oorzaak daarvoor is dat baptisten zich lang afzijdig hielden van allerlei staatszaken. Daarnaast speelt mee dat deze groep weinig aanhang heeft in welgestelde en meer intellectuele kringen. Sinds de Tweede Wereldoorlog lijkt daar, mede door de sterke opkomst van de evangelicale beweging, verandering in te zijn gekomen. Drie van de vier baptistische presidenten regeerden na 1945.
CONGREGATIONALISTEN – Het congregationalisme is een verzamelnaam voor protestantse kerken die veel nadruk leggen op de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente. De beweging ontstond aan het einde van de 16e eeuw in de Engelse stad Norwich, waar Robert Brown (1550-1633) zich krachtig verzette tegen elke invloed van de staatskerk. Zijn volgelingen trokken vanwege de vervolging naar de Nederlanden. Toen zij ten tijde van Cromwell een sterke positie in Engeland hadden gekregen, stelden zij in 1658 de Verklaring van Savoy van Geloof en Orde op, waardoor een vorm van samenwerking tussen de gemeenten ontstond.
Een groep congregationalisten, bekend onder de naam pilgrim fathers, trok in 1620 vanuit Leiden naar Amerika en stichtte in Plymouth een eigen nederzetting. Later kwamen er gemeenten in andere staten. De meest invloedrijke man uit de begintijd was John Cotton. Hij wist de bekende Engelse theoloog John Owen ervan te overtuigen zich los te maken van de presbyteriaanse kerk. De werken van Owen waren ook lang populair onder de Amerikaanse congregationalisten.
De congregationalisten kozen de Westminster Confessie tot hun belijdenis. In het Cambridge Platform maakten ze afspraken over het kerkbestuur. Kern is dat elke gemeente volstrekt zelfstandig, De gezamenlijke leden regeren de gemeenten. Het gezag van een bisschop of een synode accepteerden congregationalisten niet. Gemeenschappelijke afspraken kunnen wel worden gemaakt, maar hebben alleen zeggingskracht als de plaatselijke gemeente ze overneemt. Er wordt veel nadruk gelegd op de inbreng van leken. Predikanten hebben daarom geen regeermacht.
De grootste theoloog was Jonathan Edwards (1703-1758). Hij heeft een stempel gezet op de behoudende stroming binnen het congregationalisme. In de 18e eeuw ontstond daarnaast een liberale stroming, die juist de achterliggende eeuw veel invloed heeft gekregen. Deze groep leert de algemene verzoening. De twisten werden aangewakkerd door discussies op Harvard, de universiteit die werd gesticht door congregationalisten,
Sinds 1871 kennen de congregationalisten een landelijke raad die de belangen van de gemeenten op nationaal en internationaal niveau behartigt. In 1957 ging een groot deel van de congregationalisten samen met de Evangelical and Reformed Church. Zij dragen sindsdien de naam United Church of Christ, waar president Obama lange tijd toe heeft behoord.
DISCIPLES OF CHRIST – Deze denominatie staat ook wel bekend onder de naam The Christian Church. Ze ontstond begin 19e eeuw mede als gevolg van de tweede grote opwekking en groeide toen vooral in het Amerikaanse Midden-Westen. De voorgangers waren wars van kerknamen die niet direct teruggingen op de Bijbel. Zelf koos men voor Disciples of Christ of Church of Christ.
Men deelde de overtuiging dat er veel ruimte moet zijn voor de eigen uitleg van de Bijbel. Dat komt mede omdat er geen gemeenschappelijk belijdenisgeschrift is. Geloof is een zaak van persoonlijke overtuiging. Men wijst de leer van de erfzonde af. Wel leert men dat ieder een zondige natuur heeft tot die is gereinigd door het bloed van Jezus Christus.
Aanvankelijk gingen de Disciples of Christ sterk uit van de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente. Sinds 1849 worden er nationale conventies gehouden.
In 1906 profileerden de Disciples of Christ zich voor het eerst als zelfstandige groep binnen deze denominatie. Twistpunt was het gebruik van orgels. Sinds 1860 kreeg dat instrument een functie in de rijkere gemeenten. De Churches of Christ wezen dat af omdat er in het Nieuwe Testament nergens sprake is van het gebruik van instrumenten in de gemeentelijke samenkomsten.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er gesprekken tot hereniging op gang. Die resulteerden erin dat sinds 1968 de Disciples of Christ zich weer een onderdeel weten van de Christian Church. Met bijna 1,2 miljoen leden is ze een van de kleinere gevestigde kerken.
DUTCH REFORMED – Tegenwoordig heet de Dutch Reformed Church de Reformed Church in America (RCA). Deze betrekkelijk kleine kerk (300.000 leden) heeft een calvinistische signatuur en Nederlandse wortels.
De kerk is ontstaan uit de Nederduitse Gereformeerde Kerk. De oudste plaatselijke gemeente werd in 1628 in Nieuw-Amsterdam gesticht door de predikant Jonas Michaelius. Daarmee is de RCA de oudste protestantse kerk in Noord-Amerika. De gemeente viel tot 1771 onder het toezicht van de classis Amsterdam. Ondanks dat de kolonie in 1664 overging naar de Britten, werden er nog lang predikanten van de RCA opgeleid in Nederland en werden alle diensten tot 1763 in het Nederlands gehouden.
De emigratiegolf van 1846-1849 vanuit Nederland zorgde voor de komst van een groot aantal nieuwe leden, die zich in het Midden-Westen vestigden. In deze gemeenten werd het Nederlands weer ingevoerd. Een aantal van de nieuwe gemeenten verliet het kerkverband in 1857 en vormde de Christian Reformed Church (CRC).
METHODISTEN – Ruim 13 miljoen van de in totaal 18 miljoen methodisten die er in de wereld zijn, wonen in Noord-Amerika. Grondleggers van het methodisme waren John Wesley (1703-1791) en zijn broer Charles (1707-1788). Deze opwekkingspredikers legden de nadruk op persoonlijke overgave aan Christus. Kernpunten van hun prediking waren de vrije wil, de beschikbaarheid van de genade voor iedereen en de heiliging. Zij gebruikten daarbij een schema, vandaar methodisten, waarlangs het geestelijk leven zich volgens hen ontwikkelt. John Wesley bezocht de Amerikaanse staat Georgia en probeerde missiewerk te doen onder de indianen. Die evangelisatiedrang maakte dat vooral in de 19e eeuw het methodisme zich sterk verbreidde in de VS. De slavenkwestie leidde in 1846 tot een splitsing in een noordelijke en een zuidelijke kerk. Pas in 1939 werd deze breuk geheeld. In 1968 verenigde zich een aantal methodistengroepen tot de United Methodist Church (UMC), die met 10 miljoen leden de grootste van die denominatie in de VS is. De UMC wordt geleid door bisschoppen. Eens in de vier jaar komt de algemene vergadering bijeen.
Van de oorspronkelijke spontaneïteit is weinig overgebleven. Tegenwoordig vallen de grote methodistenkerken op door hun aandacht voor morele en sociale gerechtigheid. Om die reden voelt het merendeel van de methodisten zich thuis bij de Democratische Partij. Uit verlangen naar het oorspronkelijk methodisme zijn nieuwe kerken ontstaan: de Church of God in Indiana (1881) en de Kerk van de Nazarener (1908).
EPISCOPALE KERK – De officiële naam is Protestant Episcopal Church in the USA (PEC). Landverhuizers uit Engeland die zich in Amerika vestigden, stichtten in 1607 de eerste anglicaanse kerk in Jamestown (Virgina). Deze kerk stond toen nog onder toezicht van het hoofd van de Anglicaanse Kerk in Engeland. Na de Amerikaanse Revolutie werd in 1789 een zelfstandige episcopale kerk gesticht, die zich niet langer onderwierp aan de Engelse staatskerk.
Dankzij intensief missiewerk tussen 1830 en 1860 heeft de kerk zich verspreid over grote delen van de VS en behoort ze met ruim 1,9 miljoen leden tot een van de grote kerken van Amerika.
Anders dan de oorspronkelijke Anglicaanse Kerk kent de PEC geen staatsinvloed en geen aartsbisschop die over het hele kerkverband regeert. De invloed van leken is op elk niveau ook groter dan bij de moederkerk in Engeland.
De PEC wordt bestuurd door bisschoppen. Zij leiden hun diocese. Het hoogste bestuursorgaan is de algemene conventie, die eens in de drie jaar bijeenkomt. Dit orgaan telt twee kamers: het Huis van Bisschoppen (waar alle bisschoppen lid van zijn) en het Huis van Afgevaardigden (waar van elke diocese vier priesters en vier leken naar zijn afgevaardigd). Een besluit heeft pas rechtskracht als dat door beide huizen is goedgekeurd. Het administratief bestuur is in handen van een daartoe gekozen bisschop.
De PEC onderschrijft de Apostolische Geloofsbelijdenis, de belijdenis van Nicea en de 39 artikelen die de Anglicaanse Kerk ook kent. Van geestelijken wordt echter niet verwacht zich volledig aan laatstgenoemd belijdenisgeschrift te binden. Er is binnen de PEC een grote mate van vrijheid, waardoor zowel zeer progressieve als meer traditionele stromingen ruimte krijgen.
Bindende factor is vooral de algemeen aanvaarde liturgie die is vastgelegd in de in 1979 gereviseerde editie van het Book of Common Prayer, dat de Anglicaanse Kerk in Engeland gebruikt.
De PEC laat sinds 1976 de vrouw toe in het ambt. Barbara C. Harris was in 1989 de eerste vrouw die tot bisschop werd gewijd. In 2003 werd V. Gene Robinson bisschop. Hij was de eerste homoseksueel die dit ambt bekleedde. De acceptatie van homoseksuele ambtsdragers en van het homohuwelijk is nog steeds een punt van discussie binnen de PEC.
Doordat veel van de eerste presidenten uit de rijkere staten aan de oostkust kwamen, waar de anglicaanse traditie sterk vertegenwoordigd was, waren episcopalen onder hen sterk vertegenwoordigd.
PRESBYTERIANEN – Een verzamelnaam voor een grote groep kerken in Amerika met een calvinistische signatuur. Kenmerk is dat de gemeenten bestuurd worden door een kerkenraad waarin aan ouderlingen de regeermacht is toebedeeld. De presbyterianen in de VS zijn sterk beïnvloed door de Schotse en de Ierse calvinistische kerken. Zij onderschrijven de Westminster Confessie.
Doordat de presbyteriaanse kerken zich verzetten tegen de in hun ogen overdreven emotionaliteit van de grote opwekkingen hebben ze in de 18e eeuw veel leden verloren. Door een nieuwe toestroom van Schotse en Ierse immigranten in de 19e eeuw zijn de presbyteriaanse kerken sterk vertegenwoordigd in het Midden-Westen.
In de 19e eeuw raakten de presbyterianen diep verdeeld door de opkomst van het modernisme. Liberalen en conservatieven stonden scherp tegenover elkaar. Laatstgenoemde groep wist zich vertegenwoordigd door theologen aan de universiteit van Princeton, toentertijd een bolwerk van orthodoxie.
De grootste presbyteriaanse kerk is de Presbyterian Church USA (2,4 miljoen leden), die in 1983 ontstond door een hereniging van de noordelijke en de zuidelijke kerken. Zij waren tijdens de Burgeroorlog ontstaan door verschil van opvatting over de slavernijproblematiek. De meer orthodoxe presbyteriaanse kerken zijn afgescheiden omdat er binnen de grote kerk leervrijheid is. Dat zijn onder meer de Orthodox Presbyterian Church (26.000 leden) en de Presbyterian Church in America (310.000 leden)
QUAKERS – De quakers, in de VS bekend onder de naam (Religious) Society of Friends, ontlenen hun naam aan de bespotting van George Fox en zijn volgelingen. Fox zei dat men voor het Woord van God behoort te beven (”quake”). Dat leidde tot de scheldnaam quakers (sidderaars). Vanwege de vervolgingen in Engeland verlieten velen in de 17e eeuw Engeland en vestigden zich in Amerika. Hun grote voorman daar was William Penn, die van de Britse kroon een gebied kreeg toegewezen, waar het huidige Pennsylvania ligt.
Quakers zijn niet zozeer geïnteresseerd in dogmatische details, maar veel meer in persoonlijke geloofservaringen. Gelovigen worden geleid door het inwendig licht. Zij onderscheiden zich door hun eenvoudige leefwijze, sobere eredienst en hun hang naar mystieke ervaringen. Quakers zijn zeer tolerant en verdedigen het pacifisme. De twee presidenten die tot deze groep behoorden, weken op dit punt van de godsdienstige opvattingen van hun groep af. In de VS behoren 130.000 mensen tot deze gemeenschap.
UNITARIËRS – De unitariërs in de VS ontstonden als denominatie door een debat aan het begin van de 19e eeuw tussen modernisten en orthodoxen. Unitariërs kiezen de rede en het geweten als uitgangspunt. Zij zijn overtuigd van de goedheid van de mens en ontkennen in het algemeen de Drie-eenheid. Unitariërs zijn nauw verbonden aan de universalisten, die de alverzoening leren. Godsdienst is voor unitariërs een zaak van ethiek. Hun aanhang is vooral in de hogere intellectuele kringen te vinden. Dat verklaart wellicht dat een verhoudingsgewijs opmerkelijk groot aantal presidenten uit deze kring komt. Ongeveer 250.000 Amerikanen noemen zich unitariër.