Molen Jeruzalem kan weer draaien
JERUZALEM – In het bloedhete Israël is de Montefioremolen de afgelopen maanden herrezen. Het was een droomklus in Jeruzalem.
Meer dan 40 graden is het op de werkplaats bij de Montefioremolen, net buiten de oude stadsmuur van Jeruzalem. Feitelijk onwerkbaare omstandigheden, maar molenbouwer Willem Dijkstra uit Sloten en timmerman Harm Boersma uit Wânswert hebben de blik op oneindig en het verstand op iets boven 0 gezet. Tien flessen water op één dag is niks. In Nederland zou het werk bij deze temperaturen worden stilgelegd, maar niet in Israël.
Het karwei zal en moet af. Hoewel de opening van de molen door premier Netanyahu is uitgesteld tot eind augustus (vanwege een blessure van de Israëlische premier), staat het project onder tijdsdruk. Is het niet de wereldpers dan is het wel het publiek dat straks met tientallen bussen per dag wil komen kijken naar de gerestaureerde molen uit 1857. Een molen is namelijk een tamelijk uniek fenomeen in het Midden-Oosten.
Willem Dijkstra laat zich echter niet opjagen. „De kwaliteit staat voorop. De pers bepaalt niet wanneer het karwei af is.” Formeel is het een assemblage-karwei van drie maanden, want de meeste onderdelen –het binnenwerk van de stenen molen, de houten kap, het gietijzeren raderwerk en de witte wieken– zijn voor zover mogelijk als bouwpakket naar Israël getransporteerd.
Maar op de bouwplaats moet nog veel gebeuren: aanpassen, schilderen, in elkaar zetten, afwerken. En alles moet goed, want Dijkstra komt hier voorlopig niet terug. Minimaal twee molenaars die het beheer van hem gaan overnemen, worden nog gezocht.
Beeldbepalend
Voor Willem Dijkstra en Harm Boersma is het een droomklus. Op deze historische plek –hoe heet ook– een molen herbouwen in de schijnwerpers van de media en het publiek. Zoiets doe je maar één keer in je leven.
Het is dan ook niet zomaar een molen. Ruim 155 jaar geleden werd deze door de Engelse graaf en weldoener sir Moses Montefiore (1784-1885), als onderdeel van een woonproject, neergezet voor een groep straatarme mensen die binnen Jeruzalems muren geen leven had. De plek was onveilig in die dagen en het waaide er toen ook onvoldoende om het wat lompe maalwerk goed in beweging te krijgen. Ondanks het fiasco werd de stilstaande Engelse molen beeldbepalend voor Jeruzalem.
Nu is er de herkansing. Het binnenwerk –houten verdiepingen, trappen, maalwerk, tandwielen, assen– is klaar. De opnieuw geassembleerde kap is er vorige week opgehesen en het wachten is nu op het moment dat Willem Dijkstra alles op elkaar heeft aangesloten. Dan ook zal het gemeentebestuur besluiten of er een paar lastige bomen mogen worden gekapt. Want in het droge kolonistenland is alles wat groen is, kostbaar. Zodra de molen weer draait, kunnen premier Netanyahu en de duizenden bezoekers met hun touringcars langskomen. Ook twee koosjere bakkers hebben zich al gemeld als klant van de molen.
Momenteel is het alleen maar zweten en water drinken voor Willem Dijkstra en zijn maat Harm Boersma. De omstandigheden zijn zwaar. De cameraman van Omrop Fryslân, die opnames maakt voor een uitzending van Hjoed, wordt de hitte zelfs even te veel; hij gaat van z’n stokje.
Timmerwerk
„Ook al brand je hier weg: gewoon niet aan die zon denken”, zegt Harm Boersma. „Gewoon doorgaan, langzaam doorgaan; plankje voor plankje de waterboarding op de kap afmaken.” Boersma woonde tot vorige week bij Dijkstra en zijn gezin in een ruim appartement in Israël voor de bouwklus en is inmiddels terug in Nederland. Het pure timmerwerk is klaar. Het gezin Dijkstra gaat deze maand, na een verblijf van ruim drie maanden, terug naar Sloten.
De van oorsprong Engelse molen is met zorg hersteld. Wat Willem Dijkstra aantrof was een stenen romp met muren van 60 centimeter dik. Met dit zogeheten Holmantype had hij weinig ervaring, dus ging hij te rade bij restaurateur Vincent Pargeter uit Chelmsford. Tekeningen van onder andere de metalen onderdelen werden via historische beschrijvingen opnieuw gemaakt, waarna deze gegoten konden worden. Het hout werd in verband met de in Israël heersende temperaturen speciaal geselecteerd en op maat gezaagd. In de loods in Sloten werd meer dan een jaar lang alles pasklaar gemaakt, in elkaar gezet, weer uit elkaar gehaald en uiteindelijk per container verscheept.
Het is zonneklaar dat een dergelijk project tonnen kost. Aannemer Arjen Lont uit Sint Annaparochie kreeg in 2010 lucht van het voornemen van Stichting Christenen voor Israël om het project te steunen.
Dankzij zijn financiële bijdrage en vooral dankzij zijn doorzettingsvermogen als hoofdaannemer van het project kreeg ook de eigenaar van de molen, de Jerusalem Foundation, de spirit. De afgelopen weken was Lont samen met zijn vrouw regelmatig op de bouwplaats aanwezig en hielp hij zelf een handje. „Het hijsen van de kap was een emotioneel moment voor ons. De bekroning van een dikke anderhalf jaar vol ups en downs die door alle betrokkenen tot een fantastisch einde is gebracht.”
De Montefioremolen wordt nu het middelpunt van een museum over de terugkeer van de Joden naar Israël. Zonder de Nederlandse inbreng had de molen er tot in lengte van jaren met een paar nepwieken stilletjes bij gestaan.
Zie ook: