Bijna 200 deelnemers presenteren zich op Naar Buiten
BARNEVELD – Naar Buiten, dat is ontspannen, ontmoeten en ondernemen, zei de Barneveldse burgemeester Van Dijk gisteren bij de opening van de beurs. Op de eerste beursdag krijgen alle drie de activiteiten volop vorm, vaak naadloos met elkaar verweven.
Wat zou de beurs Naar Buiten zijn zonder boekenstands? Ze vormen als geen ander onderdeel een geschikte locatie voor ontmoeting, zo blijkt. Een oudere man komt bij een van de boekenstalletjes een hem bekende predikant tegen. „Kijk aan, dag dominee!” Samen neuzen ze wat tussen het overjarig koren; ze keuvelen wat over de hoeveelheid kleinkinderen die de oudere man intussen heeft.
Maar er vinden ook diepere gesprekken plaats. Een verkoper bij een andere boekenstal vertelt aan twee jonge vrouwen iets uit eigen leven. „Die man zei tegen me: je moet dit en je moet dat om bij Christus te kunnen komen. Maar ik zei: Nee. Het is Hij voor mij, of anders de eeuwige dood.” De vrouwen knikken, onder de indruk.
Rokkenspektakel
Intussen snuffelen bezoekers in de dozen vol oudere en nieuwere banden. Drie voor de prijs van één, dat is nog eens een mooie beursaanbieding. En zo zijn er nog veel meer koopjes waaraan menigeen nauwelijks voorbij kan lopen.
Een rokkenspektakel: drie rokken voor 30 euro.
Een strijkijzer dat nooit meer gaten in de was brandt.
Een vrouw van Herbalife die een gratis proefpakket wil geven, maar eerst vraagt welk cijfer je voor je eigen gezondheid geeft. En als je dat hebt gedaan, vraagt ze waarmee je die ochtend hebt ontbeten. Twee bruine boterhammen, antwoordt de verslaggever niet zonder trots, maar ze is er niet van onder de indruk. „Dan heb je nog steeds niet alle voedingsstoffen binnen. En wat neem je om een uur of tien, halfelf?”
Koek zal vast niet het antwoord zijn waar ze blij van wordt. En koffie ook niet. Thee is beter, knikt ze. „Vooral groene thee.”
Verder maar weer.
Een wijnproeverij waar, hoewel het nog voor twaalven is, sommige bezoekers de smaakpapillen graag laten strelen.
Een outlet van een kledingfabrikant.
Een stand met, warempel, Chinese groene thee. Dat zal de Herbalifemevrouw deugd doen.
Schaduw
In de muziektent, van waaruit al vroeg gewijde orgelklanken worden uitgestrooid over het terrein, geven de winnaars van de Interclassic Music Concours 2011 een optreden weg. Het publiek is opgetogen, ook al omdat het heerlijk is om even te zitten, en nog wel in de schaduw. Het mag dan nog vroeg zijn, het belooft behoorlijk warm te worden.
Schaduw is er ook bij de buitenste ring met kraampjes. De lanen zijn daar omzoomd met hoge bomen. Die bieden verkoeling, maar ook spanning: uit een van de bomen breekt plots een manshoge tak af. Met een plof valt hij op het pad, waar op dat moment gelukkig niemand loopt. Omstanders kijken even geschrokken omhoog, maar houden dan de blik weer op de kraampjes gericht.
Een stand met modelboten.
De vrienden van Heidelberg en Dordrecht.
Geiten in een kleine wei, die je kunt adopteren zodat er een Afrikaans kind naar school kan – slechts 5 euro.
En natuurlijk het Waterpark. Daar verwacht organisator Gerrit-Jan Schulp veel van, laat hij weten. Het Waterpark, met onder meer vlotten en kano’s, is volgens hem „een spetterende attractie.” En inderdaad, de kano’s zijn gewild. Mensen staan in de rij om even het water op te kunnen.
Maar heel anders ligt dat bij de kraam van de Stand Up Paddle, een surfplank waarop je staand door het water kunt peddelen. Het is er buitengewoon rustig. Burgemeester Van Dijk en Schulp hadden er bij de opening van de beurs nog wel reclame voor gemaakt, maar de bezoekers hebben klaarblijkelijk geen zin een nat pak te riskeren. „Tja, het zijn Nederlanders, hè?” zegt de man die verantwoordelijk is voor de paddles. „Altijd even de kat uit de boom kijken.”
Hij heeft er wel vertrouwen in dat de bezoekers de surfplank alsnog weten te vinden. „Mensen zeggen: Aan het eind van de dag. Dan geeft het niet zo als we nat worden.” Maar die angst is overbodig, weet de man. „De planken zijn een stuk minder instabiel dan ze eruitzien.”
Schapen drijven
Zo halverwege de dag lopen de meeste bezoekers voorbij de surfplank, de uitdragerijen van de bijna 200 deelnemers in zich opnemend.
Een Belgische meubelvernieuwer.
Een viskraam.
Een stand vol zeep, waarvan de geuren wedijveren met die van de bloemenkraam ertegenover.
Op de binnenring, een groot grasveld midden op het beursterrein, gaat de eerste activiteit van de dag van start: schapen drijven met bordercollies. De hond ligt in het gras, maar iedere vezel in zijn lijf is gespannen, klaar voor actie.
Dan fluit zijn bazin. Het gaat er verbluffend precies aan toe. Onder de strakblauwe hemel drijft de hond een kleine kudde voort over het groene grastapijt. Een fluitsignaal zus, een fluitsignaal zo –het verschil is nauwelijks hoorbaar–, en de hond reageert echter onmiddellijk.
„Dat is knap”, zegt een vrouw in het publiek. Een man reageert sceptisch: „Die schapen kennen de geluidjes inmiddels natuurlijk ook. Misschien zijn ze wel beter getraind dan die hond.”
Maar met dat vermoeden rekent de herder direct af. „Het zijn wilde schapen, met tamme is er niets meer aan”, verzekert ze haar publiek.
Spiritualiteit
Na afloop loopt het publiek verder. En weer is daar een boekenkraam. „Kijk, daar gaat nogal wat af”, wijst een man op een boek van de Amerikaanse predikant J. R. Beeke over reformatorische spiritualiteit. „Van meer dan 50 euro voor een tientje.”
Hij bladert erin. Met bijdragen van prof. De Reuver en prof. Op ’t Hof, leest hij. „Dat zijn wel de mannen die je hier voor moet hebben”, knikt hij instemmend.
Maar dan wijst hij op het stapeltje boeken onder zijn arm. „Ik heb al zo veel. Je zult wel zeggen: moet dat er nu ook nog bij?” Hij loopt weg, komt even later nog een keer terug maar vermant zich toch. Het boek blijft liggen.
Ach, voor zaterdag is het ongetwijfeld weg.