Mogelijk exit diaconaal vertrouwenspersoon
KOLLUM – Diaconaal vertrouwenspersoon Tjitske van der Meer heeft in tweeënhalf jaar meer dan 200 hulpvragen gekregen. Ondanks het succes van haar baan dreigt de stekker eruit te worden getrokken.
Het initiatief voor het experiment van diaconaal vertrouwenspersoon werd eind 2009 genomen door de Werkgroep Maatschappelijk Activeringswerk in Fryslân van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Mensen die problemen hebben door dalende inkomsten, werkloosheid of een grote schuldenlast kunnen sindsdien terecht bij diaconaal vertrouwenspersoon Tjitske van der Meer. De opzet was uniek in Nederland.
Het project voorziet in een behoefte, zo blijkt uit het grote aantal hulpvragen. De teller staat inmiddels op 216, vertelt Van der Meer, die haar werkplek heeft in het gemeentehuis van het Friese Kollum. De proef loopt tot 31 december. „Zoals het er nu voorstaat wordt het project dan stopgezet”, zegt Wim den Braber, verantwoordelijk voor het Maatschappelijk Activeringswerk van de PKN. „We willen proberen een doorstart te realiseren. Of dat lukt hangt, af van de financiën en de wil van diaconieën in Noordoost-Friesland om bij te dragen.”
Het project wordt nu mede gefinancierd door de provincie Friesland en een aantal gemeenten. „De provincie wil ermee stoppen, en wat de burgerlijke gemeenten doen is nog onduidelijk. Als het project wordt voortgezet, zal dat op een andere manier zijn.” Er zijn besprekingen gaande over het inzetten van schuldhulpmaatjes, met misschien in deeltijd een soort raadsvrouw, of -man.
Stille armoede
Volgens Van der Meer spelen bij het overgrote deel van haar cliënten achterliggende oorzaken zoals psychosociale zorgen, analfabetisme en alcoholproblemen een rol. „De meeste cliënten hebben het gevoel dat ze met hun vragen over financiën nergens terechtkunnen. Natuurlijk kan men ervoor bij de gemeente aankloppen, maar de informatievoorziening van de meeste gemeenten is slecht. Er is geen duidelijk loket.”
Naar schatting 30 procent van de personen die te maken hebben met enige vorm van stille armoede meldt zich niet bij de gemeente. Van der Meer, deskundige op het gebied van welzijnswerk, schuldhulpverlening en zorg, biedt een luisterend oor aan mensen die hun verhaal kwijt willen. Ook biedt ze geregeld hulp op maat thuis, en begeleidt ze mensen naar de gemeentelijke loketten. Daarnaast werkt ze aan de zelfredzaamheid van mensen, vertelt ze.
Een fors deel van de hulpvragen komt bij Van der Meer terecht via de kerken. Maar ook instanties en de gemeenten hebben 49 keer een beroep op haar gedaan.
Tussen wal en schip
Haar wens om de functie te behouden is niet ingegeven door angst voor baanverlies, stelt de bijna 63-jarige Van der Meer. Ze heeft hart voor haar cliënten, en ziet dat veel van hen tussen wal en schip vallen. „Heel wat mensen die ik tref hebben geen netwerk. Ze hebben geen idee waar ze terechtkunnen met hun (schuld)probleem. Ik hoor geregeld zoiets als: „U weet hoe het werkt, kunt u met me meegaan naar de gemeente, want ik ben gewoon bang.””
Van der Meer ziet concrete resultaten van haar werk. „Cliënten worden gestimuleerd om met hun problemen aan de slag te gaan. Dat werkt. Onlangs begeleidde ik een stel met fikse schuldproblemen. Ik hielp hen met het krijgen van overzicht. Toen ze hoorden dat ze 68 euro in de week vrij te besteden hadden, voelden ze zich de koning te rijk.”
Van der Meer vindt het de hoogste tijd dat informatievoorziening en preventie rond schuldhulpverlening hoger op de agenda van gemeenten komen te staan. „Sommige gemeenten zien de schuldhulpverlening als iets marginaals. Maar 216 hulpvragen in tweeënhalf jaar is helemaal niet marginaal. En de groep is ongetwijfeld nog groter. Ik zou de politiek willen oproepen: Wees actief aanwezig op dit gebied, anticipeer hierop en voorkom erger.”