Volgens korpschef A. Meijboom kwam het geregeld voor dat politiemensen zagen dat mensen ernstige verkeersovertredingen begingen, maar daar niet tegen konden optreden omdat ze vrij waren. Met ’de horkenlijn’ komt daar verandering in. Agenten kunnen op elk moment van de dag melding doen van een overtreding.

De misdraging geven zij door op een soort antwoordapparaat. Diegene die het bandje afluistert, maakt een proces–verbaal op en legt dit voor aan de ’verbalisant’. Met het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) is afgesproken dat zo snel mogelijk een bekeuring bij de overtreder op de mat valt.

Meijboom hoopt dat de horkenlijn niet wordt platgebeld. „Ik hoop dat mensen zich gaan gedragen. Anders moeten we ons zorgen gaan maken." De politie denkt dat er ongeveer tweehonderd keer per maand gebruik van wordt gemaakt.

Niet alle overtredingen komen in aanmerking. Een hork die te hard heeft gereden, komt er goed vanaf. De rechter eist namelijk dat een meetinstrument nauwkeurig heeft aangegeven wat de snelheid was. Ook niet handsfree–bellen en het niet dragen van een gordel kunnen niet via de lijn worden beboet.

Rotterdam–Rijnmond is niet het enige korps met een ’horkenlijn’. Gelderland–Midden was de eerste. Daarna volgden ook Gelderland–Zuid, Limburg–Zuid en Brabant. Amsterdam heeft interesse.