Dienende opdracht
Handelingen 13:36a
„Want David, als hij in zijn tijd (voor zijn) geslacht de raad Gods gediend had, is ontslapen.” (King Jamesvertaling)
Wat houdt het in voor ons eigen geslacht de raad Gods te dienen? Dit is een vraag die ons allen sterk moet interesseren. We leven te midden van ons eigen geslacht. Aangezien we er deel van uitmaken, behoren we het te dienen met het oog op de toekomstige generatie. Hoewel ons burgerschap in de hemel is, leven we toch op aarde. We moeten dan ook trachten voor ons geslacht te dienen bij onze pelgrimstocht naar een beter vaderland.
Wat houdt het nu eigenlijk in voor een mens om voor zijn eigen geslacht te dienen? Ik zou erop willen wijzen dat het niet zo is dat je er een slaaf van moet worden. We moeten ons niet onderwerpen aan de gebruiken, de gewoonten en ideeën van het geslacht waarin we leven. Mensen spreken tegenwoordig over de tijdgeest. Ik ben niet van plan dit geslacht te dienen door meegaand te zijn met allerlei opvattingen en ideeën die in tegenspraak zijn met het Woord van God!
Het Evangelie van Jezus Christus is niet alleen voor onze generatie, maar voor alle geslachten. Dat geloof behoefde slechts eenmaal aan de heiligen te worden overgeleverd (Judas:3). Het werd gegeven op een manier dat het altijd toepasbaar was. Het kan niet worden veranderd, aangezien het door God gegeven en daarom volmaakt is; de waarheid verandert niet. veranderingen zouden het onvolmaakt maken.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen (”Laatste preken”, 1892)