Van onneembare stelling tot monument

EVERDINGEN – „De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een onoverkomelijke barrière”, zo schreef de Duitse geheime dienst in 1908. Slechts 32 jaar later vlogen Duitse toestellen eroverheen en was de verdedigingslinie overbodig. Een sterk punt van de stelling ligt aan de Lek, bij Everdingen en Honswijk.

28 July 2012 00:06Gewijzigd op 14 November 2020 22:23
Chris Will bij het overwoekerde mechanisme van een sluis in de buurt van Fort Everdingen. Op de achtergrond stroomt de Lek. De Duitsers noemden de Nieuwe Hollandse Waterlinie in 1908 een „onoverkomelijke barrière.” In de Tweede Wereldoorlog speelde de ste
Chris Will bij het overwoekerde mechanisme van een sluis in de buurt van Fort Everdingen. Op de achtergrond stroomt de Lek. De Duitsers noemden de Nieuwe Hollandse Waterlinie in 1908 een „onoverkomelijke barrière.” In de Tweede Wereldoorlog speelde de ste

Wie niet weet dat er forten liggen bij Everdingen, zou er achteloos aan voorbij kunnen rijden. De bomen en planten in de uiterwaarden langs de Lek vormen een dicht­begroeid geheel. Er zijn volop wandelaars en fietsers. Op de plek waar de dijk een bocht maakt, staat een hek. Tussen de bomen achter het hek is de fortwachterswoning te zien en weer daarna het fort zelf.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie dateert van de negentiende eeuw. De bedoeling was om ten tijde van een vijandelijke aanval tussen de Zuiderzee en de Biesbosch een strook land onder water te zetten en op die manier het westen te beschermen. Het water moest tot kniehoogte staan, zodat de vijand er moeilijk doorheen zou kunnen waden en er ook niet over zou kunnen varen. In de gebieden die te hoog waren om onder water te worden gezet en op de plaatsen waar een rivier stroomde, kwamen tientallen forten.

„Aan het begin van de negentiende eeuw was de verdediging van Nederland op Frankrijk gericht”, zegt Chris Will, secretaris van de stichting die de forten Honswijk en Everdingen zo goed mogelijk in stand wil houden. In de tijd dat Nederland en België één natie vormden, tussen 1815 en 1830, werd de zuidgrens versterkt. „Na de afscheiding in 1830 moesten er verdedigingslinies komen op ons eigen grondgebied.”

Na de Frans-Duitse oorlog van 1870 tot 1871 kwam de dreiging meer van de kant van Duitsland. „Dit was de eerste oorlog waarbij de linie werd gemobiliseerd.” De troepen in Fort Everdingen, zo’n 375 man, zaten als haringen in een ton, omdat er nauwelijks slaapplaatsen waren. De verdedigers werden daarom bij huizen in de omgeving ingekwartierd.

Het verdedigingswerk bij Everdingen is een fort met een bomvrije geschutstoren. Midden op het fortterrein staat een rond gebouw met twee verdiepingen. „Ronde forten hebben als voordeel dat er geen blinde hoeken zijn. Daardoor zijn ze beter te verdedigen.” Om het bouwwerk ligt een gracht. Daarachter bevinden zich inundatiesluizen, waarmee het water uit de Lek het achterland in kon worden gepompt. Van al deze middelen zijn nog veel restanten te zien.

Schuin aan de overkant van de Lek, op ongeveer een kilometer afstand, ligt een vergelijkbaar bouwwerk: Fort Honswijk. Deze twee forten moesten bij een aanval de Lek bestrijken met kanon- en mitrailleurvuur. Een kilometer ten oosten van beide forten, lag nog een verdedigingslijn. Bij Honswijk bestond dat uit een loopgravenstelling, die nauwelijks meer te zien is. Voor Everdingen ligt Fort Werk aan het Spoel. De Lek kende op die manier een dubbele verdediging.

Van 1914 tot 1918, tijdens de Eerste Wereldoorlog, waren de forten continu bemand. Nederland bleef echter buiten de oorlog. Dat was in 1940 anders. „Nederland had besloten de Grebbelinie als belangrijkste verdedigingslijn te kiezen. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is nauwelijks in actie geweest.” Toen de Duitsers in de buurt van de linie kwamen, was Rotterdam al gebombardeerd en gaf Nederland zich over.

Na de oorlog werden de forten op diverse manieren gebruikt. Bij Fort Everdingen nam de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) zijn intrek. „De belangrijkste functie is dat hier met röntgenapparatuur bommen en ontstekingen worden doorgemeten. Hier zijn namelijk dikke muren. De EOD zit inmiddels in Soesterberg. De röntgenafdeling verhuist over enkele maanden.”

De waterlinie is in haar geheel een rijksmonument. Bovendien is ze een van de Nederlandse projecten die op termijn mogelijk op de Wereld­erfgoedlijst van Unesco komen.

Over de toekomst van de forten Everdingen en Honswijk wordt nog overlegd. „Een voorwaarde is wel dat ze toegankelijk moeten blijven voor het publiek.” Het is dus uitgesloten dat ze in handen komen van een particulier die er wil wonen.

Zolang er niets mee gebeurt, kan de natuur er ongehinderd haar gang gaan. Zo zit in Fort Honswijk een kolonie vleermuizen en groeien er op Fort Everdingen bijzondere varens. „Het zijn eigenlijk geïsoleerde eilanden. Er komt momenteel bijna geen mens.”

Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 8 in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer