De Dow-Jonesindex stond aan het einde van de handel 187,73 punten (1,5 procent) hoger op 13.075,66 punten en de S&P 500 won 25,95 punten (1,9 procent) tot 1385,97 punten. De technologiebeurs Nasdaq ging 64,84 punten (2,2 procent) omhoog tot 2958,09 punten.

ECB-president Mario Draghi bood opnieuw steun aan de handel. Draghi zei donderdag dat de ECB alles zal doen om de euro te redden, en hintte dat de ECB opnieuw kan overgaan tot het opkopen van staatsleningen van zwakke eurolanden om de hoge rentes op die leningen te drukken. Vrijdag beloofden de Duitse kanselier en de Franse president eveneens alles te zullen doen om de euro overeind te houden.

Voorbeurs werd bekendgemaakt dat de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal conform verwachting met 1,5 procent is gegroeid. In het voorgaande kwartaal werd de groei opwaarts herzien tot 2 procent. Volgens economen kan het groeicijfer de Federal Reserve aanmoedigen met nieuwe steunmaatregelen voor de economie te komen.

Facebook zakt 11,7 procent. De socialenetwerksite presenteerde donderdag na de slotbel voor het eerst sinds de beursgang in mei kwartaalcijfers. De cijfers lagen in lijn met de verwachtingen. Beleggers zijn echter ongerust over de toegenomen kosten en het uitblijven van een verwachting voor de rest van het jaar. Ook zijn er zorgen over de omzetgroei. De marktwaarde van Facebook is inmiddels sinds de beursgang gehalveerd.

Medicijnmaker Merck maakte bekend dat de omzet in het tweede kwartaal met 1 procent is gestegen. De omzetstijging had 5 procent kunnen zijn, als de sterkere dollar geen roet in het eten had gegooid. De cijfers van de op één na grootste Amerikaanse farmaceut waren desondanks wel beter dan analisten hadden verwacht. Ook handhaafde Merck de winstverwachting voor dit jaar. Het aandeel steeg 4 procent.

Internethandelaar Amazon steeg 8 procent na de bekendmaking van cijfers donderdag nabeurs. Beleggers reageerden positief op een verbeterde winstmarge bij Amazon. Koffieketen Starbucks moest juist ruim 9 procent omlaag na een winstalarm.

De euro was 1,2303 dollar waard, tegen 1,2360 dollar aan het eind van de Europese beurshandel. De prijs van Amerikaanse olie steeg 0,8 procent tot 90,09 dollar per vat en Brentolie klom 1,2 procent.