Nederlands verleden in Indië krijgt gezicht
ARNHEM – Het Nederlandse koloniale verleden in voormalig Nederlands-Indië is tot op de dag van vandaag omstreden. Die problematische verhouding tot de geschiedenis kwam donderdag ook weer naar voren tijdens de jaarlijkse herdenking van de opheffing van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in 1950.
Op landgoed Bronbeek in Arnhem kwamen veteranen en familieleden bij elkaar om stil te staan bij het Nederlandse verleden in het huidige Indonesië.
Onlangs doken er onbekende foto’s op van vermeende executies, uitgevoerd door Nederlandse strijdkrachten. Maar de met enige regelmaat oplaaiende discussie over het koloniale verleden heeft meerdere kanten, zo bleek ook donderdag tijdens de herdenking in Arnhem.
Op landgoed Bronbeek is een tehuis gevestigd voor oud-militairen van de krijgsmacht en het KNIL. Ook is er een museum dat het Nederlandse verleden in Indië in beeld brengt.
Bij het op het landgoed aanwezige Indiëmonument vond donderdagmiddag een sobere plechtigheid plaats waarbij onder anderen oud-strijders enkele kransen legden. Tijdens het aansluitende minisymposium werd duidelijk dat er nog veel verhalen te vertellen zijn over het Nederlands-Indische verleden en het KNIL.
Veel van die verhalen over de Japanse inval in 1941, de naoorlogse Bersiapperiode en de daaropvolgende Indonesische vrijheidsstrijd zijn nooit verteld. Zo liet Pauljac Verhoeven, hoofd van het museum in Bronbeek, nog niet eerder vertoonde beelden zien van de ‘vergeten oorlog’ in 1941 en 1942, toen het zestiende leger van Japan Indië binnenviel en er een felle strijd volgde met de militairen van het KNIL. Beelden tonen oefeningen van de ‘landstorm’, matig getrainde strijdkrachten die in allerijl opgetrommeld werden toen de Japanners met in totaal 55.000 man invielen.
Een strijd die, in tegenstelling tot wat velen denken, maar net gewonnen werd door de Japanners. Voor Nederland en het KNIL zou het er in de daaropvolgende jaren niet veel beter op worden in Indië, want al snel na de Japanse kampen volgden de politionele acties en uiteindelijk de Nederlandse terugtrekking uit de voormalige kolonie.
In grote lijnen is dit verleden bekend, maar juist de individuele verhalen van betrokkenen maken geschiedenis concreet. Lange tijd ontbrak het hieraan, zo memoreerde ook historicus Hans Goedkoop. Hij is zelf van de derde generatie en schreef onlangs een boek over zijn zoektocht naar het verleden van zijn grootvader dat hij donderdag presenteerde.
Die grootvader, kolonel Van Langen, diende in het KNIL en had daar een belangrijke rol. Toch was Goedkoop vrijwel niets bekend over het verleden van zijn opa.
„Na de oorlog hadden de Nederlanders immers wel wat anders aan hun hoofd en ook veel voormalig Indiëgangers wilden zoals bekend het verleden liever laten rusten. Bij mijn moeder thuis werd er vrijwel nooit over gesproken.”
Dus ging historicus Goedkoop zelf op pad. Hij kwam er vooral achter hoe sterk de mechanismen in Nederland erop gericht waren om het verleden in Indië te vergeten. Goedkoop: „Maar gelukkig is er nu een nieuwe generatie die genoeg emotionele afstand heeft en ook nieuwsgierig is naar deze geschiedenis. En zo vinden de veteranen zestig jaar na dato uiteindelijk wellicht meer gehoor dan ze ooit gehad hebben.”
Het boek van Goedkoop, getiteld ”De laatste man”, ligt vanaf 18 augustus in de boekhandel.