Turkije volgt ontwikkeling Noord-Syrië met argusogen
DAMASCUS – In het noorden van Syrië laat president Assad de controle steeds meer over aan de Koerden. Verschillende steden zijn in handen van een organisatie die nauw verbonden is met de terroristische Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Turkije volgt de ontwikkelingen met argusogen.
Premier Recep Tayyip Erdogan van Turkije waarschuwde Syrië donderdag dat Ankara PKK-strijders in het buurland zal aanvallen. Hij verweet voor de Turkse televisie de Syrische regering dat die toestaat dat PKK-strijders Koerdisch gebied in het noorden van Syrië bezet houden.
Op de vraag of Ankara PKK-strijders zal achtervolgen die na een aanval in het oosten van Turkije naar Syrië vluchten, zei Erdogan: „Dat is geen zaak van discussie.” De PKK streeft al tientallen jaren naar een zelfstandige Koerdische staat in het zuidoosten van Turkije.
De Turkse regering maakt zich zorgen over de toenemende invloed van de Koerden in buurland Syrië. De Turkse vicepremier Beir Atalay verklaarde woensdag bij een bezoek aan een vluchtelingenkamp dat zijn land niet rekent op het ontstaan van „een nieuwe Koerdische staat.”
De terugtrekking van de Syrische troepen schept duidelijk onbehagen in Ankara, want de sterkste partij onder de naar schatting 2 miljoen Koerden in Syrië is de Parti Yekiti Demokrati (PYD, Partij voor Democratisch eenheid). De PYD wordt over het algemeen gezien als een verlengstuk van de PKK. Hafez al-Assad, de vader van de huidige president, heeft de PKK jarenlang gesteund, en veel PKK-strijders komen ook uit Syrië. Pas de uitwijzing van PKK-leider Abdullah Öcalan in 1998 leidde tot toenadering met Turkije.
Het geweld in Syrië heeft bij Assad junior geleid tot een koerswijziging: hij geeft de PKK de ruimte. Volgens de Turkse geheime dienst heeft de PKK afgelopen voorjaar honderden strijders overgeplaatst van de bergen in Noord-Irak naar Syrië.
Siamond Hajo, voorzitter van de in Berlijn gevestigde organisatie Kurdwatch, zei donderdag tegenover de Neue Zürcher Zeitung dat in verschillende gebieden de PYD actief is en parallelstructuren opbouwt. „Intussen bellen de mensen in Kamishli niet meer de politie maar de PYD voor hulp.”
In Kamishli, dat Syrische Koerden als hun hoofdstad beschouwen, zouden op dit moment onderhandelingen worden gevoerd over een vreedzame overgave. PKK-critici zoals Hajo zien in de aftocht van het Syrische leger de hand van Assad. Hij zou een Turkse invasie willen provoceren.
Het is echter zeer de vraag of Ankara dat wil, ondanks de spierballentaal donderdag van premier Erdogan. De Turkse regering wil geen geweld gebruiken, maar poogt via Masud Barzani, de president van de Koerdische deelstaat in het noorden Irak, de situatie in Syrië naar haar hand zetten. De betrekkingen tussen Ankara en de regering van Barzani in Erbil zijn ondanks de PKK-aanwezigheid in Noord-Irak nog nooit zo goed geweest als op dit moment. De vriendschap kan voor Turkije in Syrië vruchten afwerpen.
Barzani bevestigde donderdag tegenover nieuwszender Al-Jazeera dat Iraakse Koerden honderden Syrisch-Koerdische deserteurs hebben opgeleid, die ter bescherming van de Syrische Koerden kunnen worden ingezet.
Bovendien heeft Barzani ook een zusterpartij in Syrië. Deze week wist Barzani het voor elkaar te krijgen dat zijn zusterpartij samen met de PYD een bondgenootschap aanging. Een gemeenschappelijke commissie zal de Koerdische gebieden besturen, zei PKK-woordvoerder Rozh Welat woensdag. „Turkije hoeft niet bang te zijn voor aanvallen van de PKK vanuit Syrië”, zei Welat. „De PKK is niet in Syrië, dat is propaganda.”