Mooi en modderig
Modder maakt mooi. Modder is ook gezond voor je huid. Dat is al duizenden jaren bekend. Zelfs dieren weten het. Waarom zouden ze anders zo graag rondwentelen in de blubber. Oké, het houdt ook parasieten tegen en beschermt tegen de zon. Maar niet voor niets is de huid van een olifant spreekwoordelijk: sterk, strak, plooibaar en toch van dikke, ondoordringbare kwaliteit. Vooral het vel voor z’n knieën.
Kuuroorden, badhuizen, thermaalbaden en spa’s, de meeste hebben modderbaden en kleimaskers in hun programma opgenomen. Tegen ruime betaling natuurlijk. Maar waarom veel betalen voor wat je (bijna) gratis kunt krijgen? De modder van de Dode Zee –zogenoemde peliod– staat bekend als heilzaam. Het is een alluviaal mengsel met organische resten, mineralen en zouten. Vooral mensen met psoriasis, andere huidaandoeningen, reuma en artrose hebben baat bij zo’n modderbad. Al is het maar voor even.
Peliod bevat een hoge concentratie mineralen. In normaal zeewater tref je maar 3 procent mineralen –zoals magnesium, calcium, kalium– waarbij de rest zout is. Bij Dode Zeezout ligt dit aandeel op maar liefst 27 procent.
De Dode Zee is een toeristische trekpleister, om dit woord te gebruiken. Niet alleen om te drijven in het water, maar ook om de mineralen en zouten in je huid te laten trekken. De meeste toeristen smeren zich, staande naast de modderbakken, in. Sommigen hier bij Ein Gedi dompelen en wentelen zich, als de dieren, in de modder. In ieder geval goed voor het vel voor hun knieën.