Volgens een woordvoerster van de Europese Commissie is de EU bereid mee te betalen aan de wederopbouw, maar vindt Europa ook dat de VS en Groot–Brittannië in eerste instantie moeten zorgen voor het runnen van de dagelijkse gang van zaken in Irak. „In een land waar geen belastingen geheven kunnen worden, is dat een taak van de bezettende machten", aldus de woordvoerster.

Europese en Amerikaanse deskundigen hebben samen met de Wereldbank inmiddels veertien beoordelingen gemaakt van de situatie in Irak na de oorlog. Als deze studies zijn uitgewerkt, valt ook een richtbedrag te berekenen. De commissiewoordvoerster ontkent het bedrag van 100 miljard euro, dat in diverse media als richtcijfer is genoemd. „Wat nodig is, hangt ook sterk af van de prioriteiten die worden aangewezen."

Op 23 en 24 oktober vindt in Madrid een donorconferentie plaats, waar de internationale gemeenschap het geld voor de wederopbouw bijeen moet krijgen. De Europese Commissie zal begin oktober aangeven hoeveel geld Europa voor Irak wil uittrekken. Tot die tijd doet de Europese Commissie als dagelijks bestuur van de EU daar nog geen mededelingen over. Wel noemt de woordvoerster het „een belangrijk signaal" dat de donorconferntie in Europa plaatsvindt. „Het is een teken dat Europa iets wil doen voor Irak."