Cultuur & boeken

Een harnas voor de hoofdstad

Titel:

W. P. van Kempen
3 September 2003 13:47Gewijzigd op 14 November 2020 00:32

”De stelling van Amsterdam: harnas voor de hoofdstad”
Auteur: Paul Vesters (red.)
Uitgeverij: St. Matrijs, Utrecht, 2003
ISBN 90 534 5210 9
Pagina’s: 304
Prijs: € 25,-. Een groot aantal forten opent in de maand september voor de tiende keer zijn deuren voor bezoekers. Gratis brochures met de activiteitenagenda zijn verkrijgbaar bij VVV-kantoren en bibliotheken. Op www.fortenmaand.nl is het uitgebreide programma te vinden.

Een passend harnas voldoet aan twee fundamentele vereisten: het biedt de drager bescherming én het geeft bewegingsvrijheid. Beide aspecten gelden ook voor de 42 forten in de ”Stelling van Amsterdam”. Het gelijknamige boek dat onder redactie van Paul Vesters verscheen heeft niet voor niets als ondertitel ”Harnas voor de hoofdstad”.

Vrijwel iedereen heeft ergens in de wijde omtrek van onze hoofdstad wel eens iets van die 19e-eeuwse verdedigingsgordel gezien, die de Stelling van Amsterdam heet. En zal zich misschien afgevraagd hebben wat de functie is van dat oude, vergroeide fort dat zomaar midden in het Hollandse polderland oprijst. Wie kreeg het bedacht om juist daar een militair object te plaatsen?

De Nederlandse legerleiding was in de 19e eeuw verantwoordelijk voor de bouw van de fortengordel rondom Amsterdam. Het plan had zijn wortels echter al in de Franse tijd. Gedurende een groot deel van de 19e eeuw is er in militaire én politieke kringen uitvoerig en bij herhaling gesproken over de wenselijkheid van een nationaal ”reduit”, een laatste wijkplaats voor de regering en de krijgsmacht.

Die reduit werd de Stelling van Amsterdam, te betrekken na de val van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de met forten en inundatie verdedigde strook tussen Muiden en Woudrichem.

Drassig land
De opzet van de reduit was even simpel als doeltreffend: het onder water zetten van een groot aantal gebieden op een zodanige wijze dat deze niet begaanbaar en ook niet bevaarbaar waren. De ervaringen uit het rampjaar 1672 speelden daarbij een belangrijke rol. De inundatie bij Ieper in West-Vlaanderen zou de bruikbaarheid van dit wapen nog eens bevestigen.

Rond Amsterdam werden tientallen sluizen, dijken en dammen aangelegd om de gewenste waterstand te krijgen, want ook in vlak polderland tref je soms aanmerkelijke hoogteverschillen aan. Aldus omringd door een brede strook drassig land was de Stelling veilig, met uitzondering van de doorgangen: wegen, dijken, kanalen, spoorlijnen. Deze zogenoemde accessen werden door de forten beschermd.

Van alle forten werd precies aangegeven wat de functie was. Van het Fort bij Abcoude, het eerstgebouwde fort, is dat het „afsluiten en verdedigen van de op het fort aanlopende naar Amsterdam voerende accessen”: de spoorlijn Utrecht-Amsterdam en het riviertje de Angstel.

De forten waakten niet alleen over de toegangen, maar ook over de waterwerken. Het onder water kunnen zetten van de gebieden voor de hoofdverdedigingslijn was immers essentieel. In hoofdstuk 7 van ”De Stelling van Amsterdam” worden deze gebieden op een aantal kaartjes aangegeven.

Val van Antwerpen
De Stelling van Amsterdam is tussen 1880 en 1914 aangelegd. De voorbereiding duurde tientallen jaren, maar het einde kwam zeer abrupt. In oktober 1914 nam het Duitse leger na twaalf dagen vechten de Stelling van Antwerpen in. De forten bleken niet bestand tegen de artilleriebeschietingen. De snelle val van Antwerpen zette het concept van de Stelling van Amsterdam op losse schroeven. Was een veilige reduit nog wel mogelijk? Het antwoord luidde ontkennend. En daarmee verloor de Stelling van Amsterdam haar militaire functie.

De laatste geplande forten werden niet afgebouwd. Na gebruik als gevangenis of opslagplaats vervielen de meeste tot een ruïne. Omgracht en voor mensen niet toegankelijk vormden ze een rust- en stiltegebied voor vogels. Op de aarden bedekking ontwikkelden zich specifieke plantensoorten. Enkele forten kregen een recreatieve bestemming, sommige vormen nu een alternatieve vergaderruimte.

Het is een goede zaak dat de provincie Noord-Holland de Stelling van Amsterdam heeft voorgedragen als werelderfgoed. Sinds 1996 prijkt dit bijzondere militaire landschap -bijzonder omdat het nauwelijks zichtbaar is- op de lijst van Unesco. Met z’n lengte van 135 kilometer is het een heel ander monument dan de Beemster (dat ook op de Unescolijst staat) of het concertgebouw (dat in dezelfde tijd werd gebouwd).

”De stelling van Amsterdam” geeft een goed en gedegen overzicht van een kunstig waterstaatswerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer