„In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen.”

Gods koninklijke wil (tot zaligheid) moeten we trachten te vervullen. Gods volk moet namelijk worden gered en komen tot de kennis van de waarheid. Op die manier, als dienaren van de Allerhoogste, gaan we eropuit om dit of dat te doen, „zo de Heere wil.” Dat wil zeggen, als we de grote wil van God kunnen vervullen tot verlossing van mensen.

Dit zou het hoogste doel van alle christenen moeten zijn, om gewillig te zeggen: „Ik wil een tijd in die stad doorbrengen, als er zielen zijn om gered te worden. Ik wil een huis kopen in zo’n straat, als ik mijn God en Meester van dienst kan zijn. Ik zal gaan naar de einden der aarde, als God het wil met het oog op de vervulling van de bede: „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.””

Stelt u zichzelf geheel ter beschikking van God? Als u een deel voor uzelf hebt achtergehouden, zou die kleine reserve wel eens het kanaal kunnen zijn waardoor uw leven wegbloedt. Ik ben bang dat er op sommige christenen een soort hypotheek ligt. Ze zijn niet geheel voor Christus.

Moge de Heere ons allen met volle toewijding aan Zijn voeten brengen, zodat we zeggen: „We zullen heden of morgen niet naar zulk een stad reizen, tenzij we God daar kunnen dienen.”

C. H. Spurgeon, predikant te Londen (”Laatste preken”, 1892)