Sowieso is de kans op een hartaanval bij patiënten die een nieuwe heup of knie krijgen kort na de operatie, 30 keer groter dan normaal. Als ze al een hartaanval hebben gehad in het jaar voor de operatie, is de kans nog eens vier keer zo groot. Dat komt waarschijnlijk door stress die zo’n ingreep veroorzaakt, maar ook door effecten van de operatie zelf: bloedverlies bijvoorbeeld en een extra belasting van het hart.

„De kans op een hartaanval bestaat altijd wel na een operatie, maar bij dit soort operaties is hij echt een stuk groter. Dat komt omdat het zware operaties zijn”, aldus Lalmohamed.

Vooral bij heup- en kniepatiënten ouder dan 60 is het risico op een hartaanval groter.

Volgens Lalmohamed is het raadzaam om heup- of knieoperaties, indien mogelijk, uit te stellen als een patiënt nog niet zo lang geleden een hartaanval heeft gehad. Ook kunnen bepaalde hartmedicijnen in lage doseringen worden gebruikt bij patiënten met een hoog risico. „Maar dat moet met zorg worden gedaan”, benadrukt de onderzoeker. „Dergelijke medicijnen dragen namelijk ook aanzienlijke risico’s met zich mee bij patiënten die een operatie ondergaan. Het is daarom belangrijk om het risico bij deze patiënten vooraf goed in te schatten en daar ook naar te handelen.”

Vorig jaar kregen in Nederland ongeveer 50.000 patiënten een nieuwe heup of knie. Dat gebeurt vooral bij mensen met artrose. Lalmohamed en zijn collega’s bestudeerden de gegevens van ongeveer 380.000 Deense patiënten. Ze publiceren hun bevindingen deze week in het Amerikaanse tijdschrift Archives of Internal Medicine.