De vraag naar grond komt helemaal voor rekening van de melkveehouderij en de akkerbouw. Varkens- en kippenbedrijven en kassen worden nauwelijks verkocht. Dat blijkt uit cijfers die de vakgroep agrarisch en landelijk vastgoed van de makelaarsvereniging NVM dinsdagmorgen in Nieuwegein presenteerde.

De schaalvergroting in de melkveehouderij zet door, blijkt uit een toelichting van vakgroepvoorzitter Arjan van der Waaij. Dat heeft alles te maken met de komende afschaffing van de Europese melkquotering. Veehouders kopen nu grond bij om straks meer koeien te kunnen melken. Ook akkerbouwers vergroten hun bedrijven.

Deze boeren kopen het liefst grond zonder opstallen. Aanwezige gebouwen blijken een belemmering voor de doorstroming op de agrarische grondmarkt. Daarom pleit de NVM-vakgroep voor subsidie op de sloop ervan.

De handel in landbouwgrond ondervindt ook hinder van stroperige procedures voor de aanvraag van Natuurbeschermingswetvergunningen en van onduidelijkheid over de aankoop van natuurgebieden en ammoniakemissierechten. Als die duidelijkheid verbetert, zijn boeren eerder bereid grond te kopen voor uitbreiding of hun bedrijf te verplaatsen, meent Van der Waaij.

In de intensieve veehouderij neemt het aantal bedrijven af. Varkens- en kippenboeren die ermee stoppen, raken hun boerderijen moeilijk kwijt. Ook in de glastuinbouw is het aanbod toegenomen en komen transacties zeer moeizaam tot stand.

Over het geheel genomen staan er steeds meer agrarische gebouwen leeg. Daardoor dreigt volgens de makelaars een verrommeling van het landschap. Zij pleiten voor snellere procedures om overtollige boerderijen een nieuwe bestemming te geven. Het gaat dan om de omvorming van boerderijen tot bijvoorbeeld een bed and breakfast, camping of adviesbureau.

De vraag naar woonboerderijen liep door de economische crisis terug. Bracht een woonboerderij begin 2008 nog gemiddeld 528.000 euro op, in het eerste halfjaar van 2012 was dat 433.000 euro.