Kerk & religie

De Hervormde Vaan

De Hervormde Vaan (orgaan van de hervormde mannenbond) bespreekt een themanummer van het blad Muziek en liturgie, tijdschrift van de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici. Daarin staat de liturgie bij rouwdiensten centraal.

23 July 2012 15:09Gewijzigd op 14 November 2020 22:17
De predikant mag in omstandigheden waarin mensen geconfronteerd worden met de laatste ernst van het leven, het Woord van God verkondigen. Waarschuwend en vertroostend. Foto Flamenc, Wikimedia
De predikant mag in omstandigheden waarin mensen geconfronteerd worden met de laatste ernst van het leven, het Woord van God verkondigen. Waarschuwend en vertroostend. Foto Flamenc, Wikimedia

„Voor organisten en kerkmusici (en ook voor voorgangers) blijft de vraag: wat speel en zing je in een rouwdienst? In de praktijk blijkt het liederenrepertoir zeer beperkt. (…) Moeder is overleden. De twee zoons en de dochter zitten bij de dominee om de uitvaartdienst te bespreken. Er moeten liederen worden uitgekozen. „Hoe heette dat lied ook alweer dat moeder altijd zong… Was dat niet ”Veilig in Jezus’ armen” of zoiets? Ja, dat kan ik me nog goed herinneren. En ook iets met ”in nood gezeten”. Doet u dat maar, dominee, want dat zong ze vroeger altijd toen we nog klein waren.”

De dominee is te beleefd, of te voorzichtig, of te angstig om er tegen in te gaan. Niet omdat deze liederen niet mooi zijn, maar hier moet de organist het jeugdsentiment van haar kinderen bevredigen, terwijl moeder, maar dat weten de kinderen niet omdat zij onkerkelijk zijn geworden, kerkliederen veel mooier was gaan vinden.

Het komt ook voor dat de dominee voor presentator mag spelen. De dienst begint wel met ”Onze hulp is…”, maar de eerstvolgende anderhalf uur blijft de taak van de dominee beperkt tot het aankondigen van de volgende spreker of het volgende ‘nummer’ van het programma dat de kinderen en kleinkinderen in elkaar hebben gezet, in totaal ruim twintig onderdelen: vele toespraken en toespraakjes door kinderen en kleinkinderen (opvallend vaak met trivale, platte herinneringen, vooral aan vakanties, „als pa weer eens in de clinch lag met tentstokken”), een zelfgeschreven gedicht, een popsong door een van de kleindochters die zichzelf op de gitaar begeleidt (…).

Als het hele programma afgewerkt is mag de predikant, die tot op dat moment dus alleen maar ‘presentator’ is geweest, toch nog een stukje uit de Bijbel lezen en een kort preekje houden. (…)

Deze laatste beschrijving van een uitvaartdienst zal onder ons op zo’n manier nog niet veel voorkomen, maar er zit wel iets herkenbaars in. (…) Het is soms een hele toer om aan onkerkelijk geworden kinderen –trouwens, ze behoeven er nog niet eens onkerkelijk voor geworden te zijn– duidelijk te maken, dat een rouwdienst méér is dan een herdenkingsdienst of een soort dankdienst. (…) De predikant mag in omstandigheden waarin mensen geconfronteerd worden met de laatste ernst van het leven, het Woord van God verkondigen. Waarschuwend en vertroostend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer