Preekstoel is heilige grond waar het Wóórd klinkt
„De preekstoel is heilige grond. Of hebt u dat nooit, dat u denkt: Nu moet ik stem van God zijn, ik een mensje uit het stof verrezen? Het is een wonder dat het Woord mag opengaan, dat de gemeente uw woord hoort als Gods Woord.” Ds. J. Westerink leidde dinsdag de bezoekers van de Haamstedeconferentie -hoofdzakelijk predikanten- in op het onderwerp ”Hoe bereikt de prediking het hart van de hoorder?”
Preken is wat anders dan wanneer de predikant aan het begin van de dienst zegt dat hij „graag wat met de gemeente wil delen”, of dat hij „samen wil nadenken” over iets. In evangelische kringen gaan geluiden dat de preek zijn tijd heeft gehad en dat er meer ruimte moet komen voor het visuele. Kortom, er is een crisis rondom de prediking, zo constateert ds. Westerink, christelijk gereformeerd predikant in Utrecht.
De prediking is er volgens hem niet om het (esthetische) gevoel en het verstand te behagen, maar het gaat om het hart. De spreker noemde het een geheim als het hart van de hoorder geraakt wordt. „Het is de Heilige Geest, Die het geloof werkt door de verkondiging van het Evangelie. Het is de wijsheid van de Heere dat Hij de predikers dat niet vaak laat merken. Zo blijft het een wonder: Het is niet mijn prediking, maar Zijn Woord dat het geloof werkt en versterkt.”
Het grote voorbeeld van de prediker is Paulus. Ds. Westerink: „Hij heeft in Damaskus de schrik des Heeren geleerd, het besef van zondaar voor God te zijn. Maar ook klonk daar het vertroostende evangeliewoord: Ik ben Jezus. Niet: Ik ben de Rechter of de Koning. Geen wonder dat Paulus terstond de Christus verkondigde en daarvoor stad en land afreisde. De prediker weet van de schrik des Heeren, maar peilt ook de zoekende zondaarsliefde van Christus. Dan kunnen we laten zien wie God echt is en mogen we als gemeente aan het venster staan. Dat venster is geopend in Christus. Buiten Christus is geen echte kennis van God te vinden.”
Ds. Westerink vindt het gevaarlijk als de prediker zegt dat zijn woord Gods Woord is. „Dat kan een teken van machteloosheid zijn om elke kritiek, ook opbouwende, neer te slaan. Laat de gemeente maar ontdekken dat God spreekt door de mond van Zijn dienstknecht. Híj riep toen wij preekten. Zijn stem drong door tot op de bodem van het hart.”
Ds. A. Beens, hervormd predikant in Katwijk aan Zee, hield een lezing over het boek Prediker. De Prediker heeft besef van de ijdelheid der dingen, de opperste zinloosheid, maar dwars door deze chaos heen breekt God door als de Werkelijkheid. Hij is te midden van het leven, dat op zichzelf bodemloos is, een eeuwig en werkelijk houvast. De aardse werkelijkheid is vol leed en tranen, maar die mag dan gezet worden in de lichtglans van het Koninkrijk der hemelen, dat gekomen is en dat eens voluit zal doorbreken. „Wij geloven niet in de cirkel, maar in de opgaande lijn. Wie het kruis wegneemt uit de geschiedenis, slaat te pletter op de werkelijkheid.”
Het boek Prediker laat ons zien wat het geheim van godsvruchtige levenskunst is. „Natuurlijk gaat het om de ziel en natuurlijk is ”ziel verloren al verloren”, maar daarnaast hebben mensen een leven van gemiddeld zeventig jaar te leiden”, aldus ds. Beens. „Ik heb het duistere gevoel dat veel mensen met het leven op zichzelf weinig raad weten. Dat resulteert in verkramptheid, gespletenheid, en een gereformeerde stiekeme losbandigheid. God geeft vrijheid en levensvreugde. Als er een kind is geboren, schrijft de dominee zoals het betaamt een stukje in de kerkbode, maar dan stort hij soms zo veel gewichtige taal over de ouders uit, dat hij gewoon vergeet om hen te feliciteren. Kunnen we dan niet meer blij zijn over het kind in de wieg? De godvruchtige levenskunst is dat ons leven in Christus is, en ons sterven gewin.”
Ds. Goudriaan vervolgde dinsdagavond zijn lezing over ”Waarachtig God, waarachtig mens”. Hij belichtte in zijn tweede lezing vooral de menselijkheid van de Heere Jezus. „Christus was echt mens, waarachtig mens. Hij behoudt de menselijke natuur ook door de dood en opstanding heen. Hij is een onzer geworden en heeft ons vlees en bloed aangenomen. God heeft de menselijke natuur aangenomen omdat deze natuur gezondigd heeft. Vanuit de menselijkheid is er ook de gunning van de evangelieprediking. Zondaren mogen beroep doen op deze Zaligmaker, die van hun geslacht is. De mensheid is, zegt Thomas Brooks, de poort om te naderen tot God.”
Christus verenigt als de enige Zaligmaker twee naturen in één persoon. Dat is een mysterie dat het Concilie van Chalcedon heeft willen verwoorden en waarvan de relevantie nog onomstootbaar vaststaat, zo vindt ds. Goudriaan. De menselijke natuur is niet los van God te denken, maar is daar onafscheidelijk van. „Er zijn geen twee personen, maar beide naturen behouden hun eigenschappen, al is de menselijke natuur van Christus wel onsterflijk geworden.”
Ds. Goudriaan benadrukte het mysterie van deze vereniging. „Woorden schieten tekort en gaan mank om uit te drukken dat de ene Middelaar met God voor de mens handelt en met de mens voor God. De vereniging van de goddelijke en menselijke natuur is nodig om de mens met God te verenigen. Uiteindelijk blijft de verwondering over dat de Heere van de wereld de dienstknecht in de wereld wordt. Engelen hebben gezocht en getast naar datgene wat gebeurd is: God heeft ons vlees en bloed aangenomen en zo zal Hij zijn in de dag van Zijn toekomst ook herkend worden.”
Voor het vrije onderwerp was drs. B. Tiggelaar gevraagd. Hij sprak dinsdag over de technologische mogelijkheden in de komende vijftig jaar bij ict. De bijeenkomst werd woensdagmorgen besloten met een vervolglezing van ds. Beens over Prediker. Ds. W. Harinck, predikant van de gereformeerde gemeente te Woerden, verzorgde de sluiting van de inmiddels 19e Haamstedeconferentie.