China wil munt niet opwaarderen
China staat onder toenemende druk om de koers van zijn munteenheid omhoog te brengen. Van verscheidene kanten klinkt de roep om de waarde van de yuan te revalueren.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) begon zich dinsdag te roeren en ook Nederland is niet gelukkig met de situatie. De Chinese regering houdt echter de boot af.
De yuan, ook wel bekend als de renminbi, werd een kleine tien jaar geleden gekoppeld aan de dollar. De koers is vastgesteld op 8,3 yuan voor 1 dollar. De waarde van de dollar is de afgelopen tijd flink verminderd en daardoor ook die van de yuan. In het Westen wordt de huidige koers van de Chinese munt als te laag gezien. Volgens sommige analisten zou een koersstijging van 10 tot 40 procent op haar plaats zijn.
Dankzij de goedkope munt kunnen Chinese producten goedkoop worden uitgevoerd. China, dat een enorme groeimarkt is, heeft op die manier zijn exportpositie aanzienlijk verstevigd. Het buitenland ziet dit met lede ogen aan. De Verenigde Staten kunnen hun producten moeilijker kwijt omdat die duurder zijn. Dat geldt vooral voor de verwerkende industrie.
De Amerikanen hopen dan ook vurig dat China zijn monetaire beleid verandert. Dat zou president Bush, die eind volgend jaar herkozen hoopt te worden, niet slecht uitkomen. Dinsdag begon de Amerikaanse minister van Financiën, John Snow, een bezoek aan Peking. Al voordat hij was gearriveerd, liet de centrale bank van China in duidelijke taal weten dat de minister nul op het rekest zal krijgen.
Het zijn niet alleen de Amerikanen die zich zorgen maken. Het IMF liet dinsdag bij monde van directeur Horst Köhler weten dat het ook in China’s eigen belang zou zijn aan te sturen op een flexibeler wisselkoersbeleid. Ook Nederland maakt zich zorgen. In een nota die maandag naar de Tweede Kamer werd gestuurd, wijst het kabinet erop dat niet alleen China, maar ook andere Aziatische landen de koers van hun valuta laag proberen te houden in een poging hun export te steunen. China kan door de lage koers van de yuan miljoenen mensen aan het werk houden.