Dorcas biedt hulp aan slachtoffers in Syrië via „ondergrondse”
APELDOORN – Tienduizenden Syriërs zijn de afgelopen maanden door het aanhoudende geweld in hun land op de vlucht geslagen naar naburige landen. Ze zijn vaak gevlucht zonder bagage, met enkel wat geld. Maar ook in Syrië zelf is hulp dringend nodig. De Nederlandse christelijke organisatie Dorcas werkt er via een „netwerk van kerken.”
Officieel heeft alleen het Internationale Rode Kruis toegang tot Syrië voor hulpverlening. Andere humanitaire organisaties zijn er niet welkom.
De Nederlandse hulporganisatie Dorcas lukt het echter toch om in Syrië hulp te verlenen, via lokale organisaties. De stichting uit Andijk werkt via een netwerk van kerken in acht Syrische steden, waaronder de zwaar getroffen stad Homs.
Martin Suithoff, hoofd marketing en communicatie van Dorcas, noemt het „de ondergrondse”, en kan er daarom ook niet veel over zeggen. „Dit werk wordt onder heel moeilijke omstandigheden gedaan”, zegt hij. Duidelijk is dat voedsel en kleding vanaf de grens het land ingaan.
De samenwerking met kerken betekent overigens niet dat de hulp alleen voor christenen in Syrië is bestemd. „We verlenen hulp ongeacht religie, geslacht en etniciteit, en dat doen we dus ook in Syrië. Christenen krijgen echter zeker ook hulp. Dat is voor ons belangrijk.”
Intussen groeit het aantal Syrische vluchtelingen in de buurlanden van Syrië met de dag. De Verenigde Naties meldden deze week dat het aantal geregistreerde vluchtelingen uit Syrië sinds april is verdrievoudigd tot 112.000. Driekwart van hen bestaat uit vrouwen en kinderen. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR ligt het totale aantal vermoedelijk „aanzienlijk hoger.” Veel van de vluchtelingen zouden volledig afhankelijk zijn van humanitaire hulp.
Van de vluchtelingen hebben er 40.000 de toevlucht gezocht in Turkije, 33.400 in Jordanië, 30.900 in Libanon en 7900 in Irak.
„In de grensplaats Mafraq, in Jordanië, komen er per maand zo’n 200 tot 250 nieuwe vluchtelingen bij”, aldus Suithoff van Dorcas. „We proberen ook daar mee te helpen en te voorzien in de eerste levensbehoeften van de vluchtelingen. De nood is ook daar groot.”