De afgelopen 6 jaar zijn er 359 plaatsen bijgekomen, een groei van ruim 26 procent. Tegelijk nam het aantal bezette bedden slechts met 206 toe. Daardoor ontstond er een flinke overcapaciteit, die in 2010 op zijn grootst was, namelijk 179 plaatsen die onbezet bleven. In 2006 waren er slechts 13 plekken over in de klinieken voor terbeschikkingstellingen.

Voormalig minister van Justitie Piet Hein Donner pakte die krapte aan en zorgde dat de capaciteit vergroot werd. Doordat er nu een flinke overcapaciteit is, daalt het aantal mensen dat moet wachten op een plek in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) van 146 (2006) naar 22 (2011). Ook de wachttijd liep fors terug, van 247 dagen naar 98 dagen.

Bovendien daalde het aantal tbs-opleggingen ook gestaag in de laatste jaren, ook al blijven mensen wel langer in de kliniek. In 2006 werd er 188 keer tbs opgelegd, in 2010 nog maar 102 keer. Ook dat speelde mee in de afname van de wachttijd en het aantal wachtenden, aldus de NZA.

Toch zullen er volgens een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie altijd wachtenden zijn. Dat komt door verschillende factoren, zoals persoonlijke problemen, een stoornis, de aard van het delict en de administratie. Ook het geslacht speelt soms een rol, want voor vrouwen zijn er niet veel tbs-plaatsen.

In 2011 werd het aantal plaatsen voor het eerst sinds jaren afgebouwd. Ook het aantal bezette bedden nam toen af, waardoor de overcapaciteit bleef bestaan. „ Dat er capaciteit terug is gegaan komt door de verminderde vraag, veroorzaakt door een verminderd aantal opleggingen door de rechtelijke macht”, aldus de woordvoerder.